We staan op een zucht van de belangrijkste wedstrijd van het seizoen: de Tour de France. Het wordt alweer reikhalzend uitkijken naar wat de wielerhelden zullen tentoonspreiden op de Franse wegen. Bij Wielernieuws werpen we alvast een blik op de favorieten voor het algemene klassement.
Één ding lijkt alvast duidelijk: verder dan een drieslag lijken we het niet te moeten zoeken. Met een beetje goodwill rekenen we Primoz Roglic ook nog bij de zaak, maar voorts zal er vermoedelijk niemand iets in de pap te brokken hebben tegenover Tadej Pogacar, Jonas Vingegaard en Remco Evenepoel. Bij een titanenslag tussen laatstgenoemden gaan we overigens ook al uit van het meest positieve scenario.
Klavertje vier voor Pogacar?
Want wie wil er nu geen spannende strijd tussen Pogacar, Vingegaard en Evenepoel? Afgezien van de diehard fans van de Sloveen niemand, zouden we durven denken. De bal ligt evenwel volledig in het kamp van de regerende wereldkampioen. Want na wat we in de Dauphiné hebben gezien mag met recht en rede worden geconcludeerd dat Pogacar dé absolute topfavoriet is om een vierde Tour op zijn conto te schrijven.
Zowel in 2020, 2021 als vorig jaar trok Pogacar al aan het langste eind. Gezien zijn nog steeds jonge leeftijd van 26 jaar lijkt hij dus goed op weg om het record van 5 eindoverwinningen van Eddy Merckx, Bernard Hinault, Jacques Anquetil en Miguel Indurain te gaan verbreken. Deze zomer kan hij dus al op vier stuks komen te staan, Pogacar steekt alvast opnieuw in topconditie.
De renner van UAE was in de Dauphiné zijn dominante zelve, op een iets mindere tijdrit na. In het slotweekend met drie zware bergritten was er echter geen kruid gewassen tegen Pogacar. Het leidde tot 2 extra ritoverwinningen en uiteindelijk dus ook de eindwinst in de ultieme voorbereidingswedstrijd op de Tour. Opvallend: Pogacar had voordien nog nooit de Dauphiné gewonnen.
Kunnen we dan misschien hopen dat hij toch net iets te vroeg zal pieken? Dat zal helaas valse hoop blijken, kunnen we zo denken. Pogacar is steevast bij de zaak en spreidt een ongeziene zelfzekerheid tentoon. Iets waar het hem aan ontbrak in 2022 en 2023, de twee jaargangen waarin Vingegaard met de oppergaai wist te gaan lopen. Intussen is het niet meer de vraag of hij de Tour wint, maar of iemand hem überhaupt nog kan uitdagen.
Een hattrick voor Vingegaard?
Enter Vingegaard. Want met de Deen stippen we toch nog steeds de grootste uitdager van Pogacar aan. Kan Vingegaard er opnieuw een echte strijd van maken straks? Het antwoord laat nog even op zich raden, al neigt dat toch ook eerder naar de negatieve kant over te hellen. En dat heeft dan puur met de dominantie en overmacht van de Sloveen te maken.
Want over de prestaties van Vingegaard valt weinig verkeerds op te merken. In de Dauphiné ook gewoon in goede doen, maar niet goed genoeg om Pogacar iets in de weg te leggen. Het moge dan ook duidelijk zijn dat er nog iets bij zal moeten om er in het drie weken durende spektakel van de Tour echt een strijd van te kunnen maken.
Met het vertrouwen lijkt het alvast goed te zitten bij de tweevoudige Tourwinnaar, hoewel Vingegaard dit seizoen daarvoor maar weinig adelbrieven kan voorleggen aan zichzelf. In februari mocht hij triomferen in de Ronde van de Algarve, maar in Parijs-Nice moest hij opgeven na een valpartij. Gelukkig wel veel minder erg dan die van vorig jaar in De Ronde van het Baskenland.
Verder kende Vingegaard wel een feilloze aanloop naar deze Tour. Dat geeft de burger – en zeker ook Visma-Lease a Bike - dan toch weer moed om te kunnen stellen dat de spanning groter zou moeten kunnen zijn dan een jaar geleden, en het verschil kleiner. Al zou dat toch al moeten verbazen. Toen was dat immers vernederd met meer dan zes (!) volle minuten.
Evenepoel tegen de verwachtingen in?
Wat betreft dat laatste geldt dat meteen ook voor Remco Evenepoel. Ook hij lag er vorig jaar bij in het Baskenland met flinke kwetsuren tot gevolg. Het zorgde er – net als bij Vingegaard – logischerwijs voor dat de voorbereiding op zijn toen eerste deelname aan de Tour flink verstoord werd. Ook bij Evenepoel kunnen we dus stellen dat er dit seizoen een stap voorwaarts zou moeten kunnen worden gezet.
Dat vertrouwen is ook aanwezig bij Soudal Quick-Step, al kunnen we bij de tweevoudige olympische kampioen bezwaarlijk spreken van een ‘ideale’ voorbereiding. Net voor de jaarwisseling was er immers het ongeval met de postwagen waarbij andermaal een zware herstelperiode volgde. Ook mentaal zat Evenepoel afgelopen winter bijzonder diep.
Uit dat dal is hij inmiddels alweer uitgeklommen, bij zijn rentree in het voorjaar was er ook meteen succes in De Brabantse Pijl. Luik-Bastenaken-Luik was daar dan weer een afknapper, maar wat toch voor de nodige portie aan vertrouwen zal hebben gezorgd is de tijdrit in de Dauphiné. Evenepoel reed Vingegaard en Pogacar daar op gevoelige afstand, op een chrono van amper 17 kilometer.
Op de vijfde dag van de Tour volgt er straks al een tijdrit van 30 kilometer. Een uitgelezen kans om een mooie tik uit te delen en de gele trui alvast eens te mogen dragen. In diezelfde Dauphiné bleek echter ook dat Evenepoel nog bijzonder kwetsbaar is in het hooggebergte. Reken daarbij dat hij zelden goed omringd wordt door ploegmakkers – Landa is ook nog out – en er kan worden geconcludeerd dat podium het hoogst haalbare lijkt.
Wanhoopspoging Roglic
Iets wat ook kan worden gezegd over Primoz Roglic. De Sloveen blijft een enigma, zo bleek vorige maand nog maar eens duidelijk in de Giro d’Italia. Vooraf was hij – samen met Juan Ayuso – dé grote favoriet, eens te meer bleken te vermijden valpartijen zijn kansen op eindwinst in de kiem te smoren.
Er vallen de laatste jaren al bijna geen grote rondes meer op te noemen waarbij Roglic niét ten val kwam en zo zichzelf meteen uit de race haalde. Een jammerlijke vaststelling voor een renner met zijn statuut. 4 keer eindwinnaar in de Vuelta en ook 1 eindzege in de Giro. Enkel die Tour de France ontbreekt, en het valt te vermoeden dat die hem illuster zal blijven.
Want om zich straks de betere te tonen van bovenstaande drie namen, dat lijkt ons toch een brug te ver. Straks wordt de immer sympathieke Sloveen ook alweer 36 jaar, zijn laatste kansen naderen onvermijdelijk. Maar met talenten als Pogacar, Vingegaard en Evenepoel aan boord wordt zelfs het podium halen al een hele opdracht.
Conclusie: Pogacar lijkt ongenaakbaar, maar met Vingegaard en Evenepoel ben je nooit klaar. Roglic vecht tegen zijn eigen lot. Wordt het een epische strijd of een nieuwe demonstratie van de Sloveen? De Tour 2025 krijgt het laatste woord.