Het Critérium du Dauphiné zorgde bij Remco Evenepoel voor gemengde gevoelens. Wat zijn de knelpunten voor hem in aanloop naar de Tour de France?
De ultieme voorbereiding op de Tour de France zit erop. Tijdens het Critérium du Dauphiné zagen we een Evenepoel die zich in de eerste ritten verstopte, om vervolgens gigantisch uit te halen in de tijdrit. Het slotweekend in de bergen was dan weer iets minder, voor degenen die hopen op bijvoorbeeld een Tour-podium over een dikke maand.
Hoort Remco wel of niet bij de wereldtop?
Evenepoel is onmiskenbaar een van de grootste talenten van deze generatie. In 2022 deed de ‘Kannibaal van Schepdaal’ de wereld versteld staan met een Monumentale zege (Luik-Bastenaken-Luik), een grote ronde (Vuelta a España) én een wereldtitel op de weg in hetzelfde jaar.
Op de vraag of hij in het algemeen tot de wereldtop behoort kunnen we een volmondig ja antwoorden. De vraag of hij ook in het rondewerk tot de wereldtop gerekend kan worden? Wellicht krijgt hij daar zelf pas antwoord op in de Tour de France.
De balans is voorlopig niet per se in het voordeel van de Belgisch kampioen – nu nog – op de weg. In de negen grote rittenkoersen van een week die hij tot nu toe reed, was een tweede plaats in de Ronde van Catalonië vorig jaar en Parijs-Nice dit jaar het dichtst dat hij bij een eindzege kon komen. In de grote rondes maakte Evenepoel met zeven ritzeges indruk, maar buiten de eindzege in de Vuelta kon hij nooit om de leiderstrui meestrijden – ook door omstandigheden.
Welke aanpak loont in de Tour
Deze vraag is in een paar subvragen onder te verdelen. We kunnen ons namelijk in eerste instantie afvragen of het überhaupt wel verstandig is om volledig voor een klassement te gaan in de Tour, met als risico dat de drieweekse in Frankrijk met alle druk van de Vlaamse media uitlopen op een groot fiasco.
Terwijl met de niet te miskennen kwaliteiten van Evenepoel de jacht op ritzeges en een nevenklassement als de bollentrui een quasi garantie op succes zou opleveren. Echter is het aan de andere kant ook goed om de grenzen op klassementsgebied te verkennen. Remco is nog altijd maar 24 jaar en hoewel we vaak – soms te – veel eisen van hem, is het misschien wel goed om gewoon te zien waar het schip strandt.
De andere vraag is: als Evenepoel daadwerkelijk voor het klassement gaat, welke manier van koersen hoort daar dan het best bij? De klassementsaliens Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard laten al jaren zien dat het ze niets deert om drie weken lang als beesten tekeer te gaan, iets wat Evenepoel ook graag doet – maar we de laatste jaren minder van hem zien met een klassement in het achterhoofd.
In een normaal jaar zouden zowel Pogacar als Vingegaard zonder vraagtekens afreizen naar Toscane. Nu komt de Sloveen uit zijn dominante Giro-periode – is daar sprake van vermoeidheid? – en worstelt de Deen zich terug na de vreselijke val in het Baskenland. Met een uitermate zwaar openingsweekend, is het wellicht al mogelijk om Vingegaard gevoelig verlies toe te dienen.
De andere klassementsmannen zullen eigenlijk wel moeten, anders weten ze dat als ze naar het slotweekend gaan met een frisse Vingegaard nog in de buurt, ze het zitten hebben. Het zal dan warm zijn, de hoogte van de Col de la Bonnette en Isola 2000 spelen perfect in de kaart van de tweevoudig Tour-winnaar en titelverdediger en de slottijdrit is helemaal Vingegaards ding.
Is het dan aan Evenepoel om dat openingsweekend zo hard mogelijk te maken? Niet per se, maar de twee openingsetappes in Toscane en Emilia-Romagna zijn wel gemaakt voor het type renner dat Remco is. Een aanvallende aanpak is bovendien de grootst mogelijke kans om snel een rit te winnen. Wellicht dat Evenepoel die bonus niet wil laten liggen.
Moet Evenepoel zich bescheiden opstellen?
Het laatste dilemma gaat zich waarschijnlijk al vrij snel in de Tour van een antwoord voorzien. De vraag of Evenepoel de koershandschoen moet opnemen met Soudal Quick-Step, of dat het de ploeg toch beter past om in de luwte te koersen.
Met Yves Lampaert, Gianni Moscon en Casper Pedersen heeft Remco drie knechten die hem op de vlakke passages van deze Tour meer dan goed moeten kunnen helpen in het positioneren en – hopelijk – uit de problemen blijven, waarna de klimknechten overblijven.
Dat zijn James Knox, Mikel Landa, Ilan Van Wilder en Louis Vervaeke. Daarvan schuren Landa en Van Wilder aan tegen de top van de klimmers, maar moeten zij het waarschijnlijk toch afleggen tegen bijvoorbeeld al het geweld bergop van UAE Team Emirates.
Of Evenepoel zich ook daadwerkelijk aan het spierballen rollen bergop waagt, of hij toch best zijn eigen plaatsje pakt, zich volledig op zijn eigen tempo focust en daar een wellicht mooi eindresultaat aan vastknoopt?
Dat is het mooiste aan de hele wielersport. We kunnen scenario’s schetsen, voorspellingen doen en nog veel meer, maar op 21 juli weten we allemaal pas het verdict – ook voor Remco Evenepoel – van deze Tour de France.