Evenepoel belooft Van Aert niets: 'Kan op 5 kilometer nog wegrijden'

Komende zondag komen we met een ijzersterke Belgische ploeg aan de start van de WK-wegrit bij de mannen. Remco Evenepoel mag zijn regenboogtrui verdedigen, Wout van Aert en Jasper Philipsen proberen die voor een eerste keer te winnen.

Is dat echter niet allemaal een beetje te veel van het goede? Drie – en zelfs geen twee – hanen op één erf, dat moet toch voor problemen zorgen? Volgens Tom Boonen en Jan Bakelants alvast wel. Zij uitten in Wielerclub Wattage dan ook flinke kritiek op de gekozen selectie. Het wordt voor de renners zaak om goede afspraken te maken, en die dan ook goed na te leven in de koers zelf. Maar ja, wat ga je doen als je voelt dat je zelf wereldkampioen kan worden?

Evenepoel deed bij Watts Occurring – de podcast van Geraint Thomas – alvast een netelige uitspraak in dat opzicht. “Je bent teamgenoten voor één dag. Maar met wat ik de laatste eendagskoersen heb getoond, zouden ze erin moeten geloven dat ik op bijvoorbeeld vijf kilometer van de streep nog kan wegrijden. Zeker op dit parcours”, klonk het daar immers.

Het plan van Vanthourenhout & co is uiteraard niet gekend, maar dat Evenepoel nog zou mogen wegrijden uit een groepje op 5 kilometer van de streep zal ongetwijfeld niét tot de scenario's behoren. Absoluut geen kwalijke uitspraak van Evenepoel, maar het duidt toch aan dat ambities verenigen tussen zulke kleppers absoluut niet makkelijk is.

SPRINTEN TEGEN WOUT

Evenepoel ziet alvast een ideaal scenario ontspinnen zondag. “Maar als we merken dat het echt zal uitdraaien op een sprint met een klein groepje... Hmm, weet je, dit is eigenlijk een heel moeilijke vraag... Het ideale scenario is dat we met zo’n 15, 20 renners naar de finale gaan. Dan kunnen we ook mentale spelletjes beginnen spelen.”
Of probeert hij Van Aert te kloppen in een sprint?, vraagt Thomas al lachend. “Hem kloppen? Wout is nog steeds van een ander niveau. (lacht) Maar ik kan hem vragen om te doen wat hij in Gent-Wevelgem deed. De zege gewoon aan mij geven.”