Als we de laatste 12 maanden van Jasper Philipsen bekijken mogen we toch wel stellen dat dit het jaar is geweest waarin hij zijn échte doorbraak kende op het allerhoogste schavot. Als we spreken over de snelste mannen ter wereld, luidt onvermijdelijk ook de naam van Jasper Philipsen.
Vorig jaar wist de Kempenaar zijn eerste twee ritten – waaronder op de iconische Champs Elysees – te winnen in de Tour, dit jaar mag er weer wat bij. Want als je bij de snelste renners van het pak hoort komt automatisch ook de groene trui in beeld. Denkt Philipsen daaraan? “Daarover hebben we al gesproken binnen de ploeg. Ik heb al aangegeven dat ik er graag voor wil gaan”, is hij ambitieus tegenover Het Nieuwsblad.
Tegelijkertijd blijft Philipsen voorzichtig. “Maar we zullen op het moment zelf moeten zien of dat haalbaar is. Ik besef maar al te goed dat indien ik het groen wil dragen in Parijs, ik meteen van bij de openingsritten goed op schema moet zitten. Het meest verstandige lijkt mij om te focussen op de zeven sprintkansen die ons wachten. Scoor ik daarin zo hoog mogelijk, dan volgt het groen vanzelf.”
De sprintbom zakt straks alvast in opperbeste conditie af naar Frankrijk. Dat maakt hij zelf duidelijk. “Ik denk dat ik meer hoogtemeters in de benen heb, dan dat ik er tijdens de Tour zal tegenkomen. In vergelijking met vorig jaar heb ik net wat zwaarder getraind. Omdat ik iets vroeger ben afgereisd naar Tenerife dan een seizoen geleden. Maar al bij al was mijn voorbereiding vrij gelijklopend.”
Vorig jaar wist de Kempenaar zijn eerste twee ritten – waaronder op de iconische Champs Elysees – te winnen in de Tour, dit jaar mag er weer wat bij. Want als je bij de snelste renners van het pak hoort komt automatisch ook de groene trui in beeld. Denkt Philipsen daaraan? “Daarover hebben we al gesproken binnen de ploeg. Ik heb al aangegeven dat ik er graag voor wil gaan”, is hij ambitieus tegenover Het Nieuwsblad.
Tegelijkertijd blijft Philipsen voorzichtig. “Maar we zullen op het moment zelf moeten zien of dat haalbaar is. Ik besef maar al te goed dat indien ik het groen wil dragen in Parijs, ik meteen van bij de openingsritten goed op schema moet zitten. Het meest verstandige lijkt mij om te focussen op de zeven sprintkansen die ons wachten. Scoor ik daarin zo hoog mogelijk, dan volgt het groen vanzelf.”
De sprintbom zakt straks alvast in opperbeste conditie af naar Frankrijk. Dat maakt hij zelf duidelijk. “Ik denk dat ik meer hoogtemeters in de benen heb, dan dat ik er tijdens de Tour zal tegenkomen. In vergelijking met vorig jaar heb ik net wat zwaarder getraind. Omdat ik iets vroeger ben afgereisd naar Tenerife dan een seizoen geleden. Maar al bij al was mijn voorbereiding vrij gelijklopend.”