Mats Buelinckx
Primoz Roglic kreeg dinsdag een ferme tik uitgedeeld van Geraint Thomas en Joao Almeida. In een uiterst amusante bergrit brak de Sloveense kopman van Jumbo-Visma op zes kilometer van de streep. Journalist en wielrenner Thijs Zonneveld analyseert wat er exact gebeurde richting Monte Bondone.
Joao Almeida, Geraint Thomas en Primoz Roglic. De drie grote mannen van deze Giro d'Italia toonden ons gisteren eindelijk spektakel, waarvan de Sloveen uiteindelijk de dupe bleek. "Ik vond het heerlijk om te zien. Eindelijk! Bovendien bleken de verhoudingen anders te liggen dan we van tevoren hadden gedacht", steekt Zonneveld van wal in de podcast In Het Wiel. "Hij (Almeida, red.) wachtte niet tot honderd meter voor de finish, maar zette al op een aantal kilometer van de finish zijn ploeg op kop, waarna hij het in de slotfase zelf afmaakte."
CAMOUFLEREN
Het breken van Roglic kwam toch als verrassing, want de hardrijder van Jumbo-Visma wordt al weken bekeken als gedoodverfde favoriet om de eindzege binnen te halen. De Nederlandse succesformatie koerste volgens Zonneveld dan weer voorbeeldig. "Jumbo-Visma was tijdens de etappe ontzettend dominant en allesoverheersend. Zo reden ze tenminste rond. De rest is daar normaal gesproken bang voor, want die denken dat wanneer ze zouden aanvallen de gele horde achter hen aankomt. Maar in deze etappe waren de barsten in het harnas van Roglic zichtbaar."
"'In het aanzetten na de bochten zag je dat Roglic telkens een metertje moest toegeven. Op sommige momenten ging Kuss het tempo drukken, in plaats van versnellen. Dat deed hij om Roglic een adempauze te geven. Ook zulke dingen gaven blijk van een mindere Roglic. Het is ze nog best lang gelukt om te camoufleren dat Roglic niet goed was, maar op een gegeven moment gaat dat niet meer", besloot de journalist.
