Cameron Mason is dit veldritseizoen een van de grootste verrassingen. De 25-jarige Brit uit Seven Racing verzamelt ereplaatsen alsof het niets is en charmeert intussen het publiek met zijn opvallend goede Nederlands. Zijn doorbraak komt niet uit de lucht vallen: een zorgeloze voorbereiding, nieuwe maturiteit en een snor die een cultstatus dreigt te krijgen.
LEES OOK: Meer details bekend over crossrentree Van Aert
Van Boom tot Britse titelMason woont al jaren deels in België en dat verklaart zijn opmerkelijke taalgevoel. Bij Seven Racing spreekt hij dagelijks Nederlands met mecaniciens en ploegmaats, en dat hoor je terug wanneer hij voor de camera verschijnt. Wat voor velen een verrassing is, voelt voor hem logisch: wie in België wil floreren, past zich aan. Zijn vaste stek in Boom helpt daarbij, al blijft Schotland voor hem wel thuiskomen. De frietkotten krijgt hij er wél moeilijk uit zijn hoofd: vooral friet met vegetarische curryworst blijkt een zwak punt.
Sportief klopte zijn voorbereiding deze winter eindelijk wél. Vorig jaar werd hij zes dagen voor de seizoensstart ziek en sukkelde hij maanden achter de feiten aan. Pas rond Kerst kwam hij terug boven water, met een vijfde plek in Hulst en de Britse titel. Dat contrast maakt zijn huidige reeks nog indrukwekkender: tweede op de Koppenberg, tweede in Hamme, topvijf in meerdere klassementscrossen en negende in de Wereldbeker in Tábor. Alles wijst erop dat hij zijn beste niveau ooit heeft bereikt.

Snorremans en het Campenaerts-effect
Mason verschijnt dit seizoen rond met een snor die inmiddels een eigen leven leidt. Supporters roepen hem toe als “snorremans”, “borstel” of simpelweg “mooie snor”, en hij lijkt er vooral plezier in te hebben. Die bijnaam brengt hem onvermijdelijk in de buurt van Victor Campenaerts — ook al omdat hij, net als Vocsnor, graag vlogt. Op zijn YouTube-kanaal analyseert hij al jarenlang zijn crossen, ongeacht of het een topdag of een baaldag was.
Wat hij níét krijgt, is de aandacht die zijn prestaties verdienen in eigen land. De veldritsport zit in het Verenigd Koninkrijk achter een dure betaalmuur: 45 euro per maand voor Discovery+. Voor Mason is dat een bedreiging voor de toekomstige instroom. De sport heeft in zijn ogen olympische erkenning nodig om echt te groeien. Een crosswedstrijd op de Winterspelen zou volgens hem een katalysator zijn voor sponsors, media en nieuwe fans.
Ambities richting Koppenberg en kampioenschappen
Zijn doelen voor de nabije toekomst zijn helder. Een grote kassei van de Koppenbergcross staat bovenaan zijn verlanglijst: hij was er al dicht bij en beschouwt het als haalbaar. Verder droomt hij van de Europese sterrentrui — hij werd al eens tweede — en kijkt hij met lichte nieuwsgierigheid naar het WK in Hulst. De vele bochten passen volgens hem perfect bij zijn stijl, al blijft Mathieu van der Poel daar de grote spelbreker.
Toch is er één wens die nog nadrukkelijk boven de markt hangt: een eerste zege in een klassementscross. Mason noemt het zelf “de olifant in de kamer”. Maar met zijn huidige vorm, zelfvertrouwen en constante topnoteringen lijkt het slechts een kwestie van tijd. Misschien al volgende week in Flamanville.
De Britse revelatie is er klaar voor: mét snor, mét zelfrelativering en belangrijker nog: met de benen die de cross op zijn kop kunnen zetten.
WN Redactie