Het was voor de Belgen een waar topseizoen op wielergebied. Met Van Aert en Evenepoel beschikken we over twee van ’s werelds beste coureurs, terwijl er ook genoeg andere meermaals voor succes te wisten te zorgen. Denk dan vooral aan Philipsen en De Lie.
Het was zelfs een recordjaar voor ons land. 27 WorldTour-zeges: nooit deden we beter, zo weet Het Laatste Nieuws te melden. Die werden behaald door negen verschillende renners, wat toch duidt op sterkte in de breedte. Echter is er wel een terrein waar we stilaan achteruit worden gedrongen. En dat überhaupt in het Vlaamse klassieke werk. Bondscoach Vanthourenhout ziet dat Van Aert die lekken momenteel verstopt.
“In de kasseikoersen zijn we afhankelijk van Wout van Aert. We zijn verwend geweest in het verleden, maar vandaag is er geen overschot. De dominante tijden met Boonen, Gilbert, Van Avermaet, Vanmarcke en Naesen zijn voorbij”, klinkt het immers onomwonden.
DE LIE EN PHILIPSEN
Dus moeten we gaan kijken naar de jeugd om die gaten mee te helpen opvullen. Dan hebben we nog steeds Jasper Philipsen die zich volop ontwikkelt, maar uiteraard zeker Arnaud de Lie. “Ik ben overtuigd dat Arnaud De Lie op termijn een man voor Parijs-Roubaix zal zijn.”
“Hetzelfde met Jasper Philipsen: die is ook méér dan een sprinter. Tot nu toe is het hem niet gelukt in de klassiekers, maar als ik zie hoe hij in twee jaar gegroeid is in de Tour, dan twijfel ik niet.”
Het was zelfs een recordjaar voor ons land. 27 WorldTour-zeges: nooit deden we beter, zo weet Het Laatste Nieuws te melden. Die werden behaald door negen verschillende renners, wat toch duidt op sterkte in de breedte. Echter is er wel een terrein waar we stilaan achteruit worden gedrongen. En dat überhaupt in het Vlaamse klassieke werk. Bondscoach Vanthourenhout ziet dat Van Aert die lekken momenteel verstopt.
“In de kasseikoersen zijn we afhankelijk van Wout van Aert. We zijn verwend geweest in het verleden, maar vandaag is er geen overschot. De dominante tijden met Boonen, Gilbert, Van Avermaet, Vanmarcke en Naesen zijn voorbij”, klinkt het immers onomwonden.
DE LIE EN PHILIPSEN
Dus moeten we gaan kijken naar de jeugd om die gaten mee te helpen opvullen. Dan hebben we nog steeds Jasper Philipsen die zich volop ontwikkelt, maar uiteraard zeker Arnaud de Lie. “Ik ben overtuigd dat Arnaud De Lie op termijn een man voor Parijs-Roubaix zal zijn.”
“Hetzelfde met Jasper Philipsen: die is ook méér dan een sprinter. Tot nu toe is het hem niet gelukt in de klassiekers, maar als ik zie hoe hij in twee jaar gegroeid is in de Tour, dan twijfel ik niet.”