De voorsprong van Tadej Pogacar in het algemeen klassement mag dan ruim vier minuten bedragen, bij Visma | Lease a Bike hebben ze de strijd nog lang niet opgegeven. De manier waarop Jonas Vingegaard standhield op de Mont Ventoux voedt het geloof in een sensationele slotweek. De Nederlandse formatie laat zich niet zomaar naar Parijs begeleiden.
LEES OOK: Visma likt wonden na uppercut van Pogacar: "Niet verwacht"
Belangrijke les“Wat ik meeneem? Dat we een fantastische Jonas hebben gezien”, klonk het vanuit ploegleider Grischa Niermann bij WielerFlits. “We wilden een mooie strijd en dat is gelukt. Iedereen heeft zijn steentje bijgedragen en het plan, met satelliet-renners op het vlakkere deel van de Ventoux, was doordacht. Dat de wind iets minder hard blies, speelde ook in ons voordeel.”
Met onder meer Campenaerts en Benoot als pionnen op de flanken werd alles in stelling gebracht voor Vingegaard. De Deen deed wat hij kon: vier keer aanvallen, zonder resultaat. Maar toch ook: vier keer Pogacar op de limiet dwingen. “Je hoopt dat hij het moeilijk heeft”, aldus Niermann. “En ik denk ook niet dat hij met twee vingers in de neus reed, al gaf hij dat ook bepaald niet toe.”
Geen tijdwinst, wel moraal
Dat Pogacar uiteindelijk nog twee seconden wist weg te sprinten in de laatste hectometers, deerde Visma nauwelijks. Veel belangrijker was het gevoel dat Vingegaard eindelijk weer op het oude niveau acteert. “Wat dit zegt richting de Alpen? Dat we zeker niet opgeven. De Tour is nog lang. We hebben strijd geleverd en dat gaan we blijven doen.”
Een klein smetje volgde na de finish, toen Vingegaard door een onoplettende fotograaf tegen de grond werd gewerkt. “Niet handig, maar het gaat goed met hem”, aldus Niermann, met zijn kenmerkende nuchterheid. “Hij leeft nog in deze Tour”, grapte hij, licht opgelucht over het incident.
Ook collega-ploegleider Marc Reef blikte strijdlustig terug. “Jonas straalt vertrouwen uit en dat doet iets met de ploeg. Pogacar is tot dusver sterker geweest, dat moeten we erkennen. Maar we willen strijdend ten onder gaan, als het moet. En als het kan: nog één keer vlammen voor Parijs.”