Remco Evenepoel begint zaterdag aan zijn tweede Tour de France. Vorig jaar werd hij meteen knap derde, won hij een etappe en pakte hij ook de jongerentrui mee huiswaarts. Het doel voor dit jaar is dan ook duidelijk bij hem en de ploeg van Soudal Quick-Step.
Lees ook: BK-spektakel verzekerd: Evenepoel aast op vuurwerk
Evenepoel op zijn hoedeDat is uiteraard die prestatie van vorig jaar op z’n minst te proberen evenaren, en mogelijk nog een tikkeltje beter te doen. Zo liet Evenepoel ook duidelijk verstaan op zijn persconferentie van woensdag. “Ik ga proberen minstens zo goed te doen als vorig jaar. Een etappe winnen en op het podium staan dus. Dat is een gezonde en realistische ambitie.”
De eerste grote uitdaging voor Evenepoel volgt in etappe vijf. In de tijdrit is hij dé topfavoriet op ritwinst. “De tijdrit op dag vijf is een mooie kans op ritwinst. Dat is ook m’n eerste doel. En als ik de tijdrit kan winnen, zullen we wel zien of de gele trui daar bij komt.”
Maar om te stellen dat hij daarmee dan ook meteen de gele trui zou overnemen, dat vindt Evenepoel wel een brug te ver. Zo ziet hij in de eerste week al flink wat obstakels die voor een geheel ander scenario zouden kunnen zogen.
“De tweede en vierde etappe zijn pittig en daar zal in de finale al gekoerst worden, waardoor het niet automatisch een sprint zal worden en er dus tijdsverschillen kunnen ontstaan. We gaan moeten zien of het realistisch is om in de tijdrit de gele trui te pakken”, blijft Evenepoel nuchter.
Groot gevaar lonkt
Dat het in de eerste etappes al meteen opletten zal worden, is een understatement. Uitdagende aankomsten met daarvoor ook uitdagende parcours. Evenepoel is op zijn hoede voor de hectiek, zo liet hij bij Het Nieuwsblad verstaan. “Iedereen weet hoe het eraan toegaat in het Noorden van Frankrijk. Dus heel hectisch.”
“De eerste week zal ook hectischer zijn dan vorig jaar, want nu heb je meteen een massasprint op dag één en heb je nog verschillende kansen voor de sprinters. We zullen moeten duwen en wringen, het verstand op nul zetten en die etappes zonder kleerscheuren proberen door te komen. Kijk ik daar naar uit? Nee, maar het zal moeten”, zit de vrees er toch wel in.