Remco Evenepoel eindigde zaterdag als vijfde in de koninginnenrit van het Critérium du Dauphiné. De Belg moest opnieuw Tadej Pogacar voor zich dulden, net als de dag ervoor. Waar de Sloveen op de laatste klim eigenhandig het verschil maakte, hield Evenepoel zich aanvankelijk afzijdig en reed hij zijn eigen tempo naar boven. Dat leverde hem een achterstand van 2:39 op, maar ook nieuwe inzichten richting de Tour de France.
Vroeg bergop, laat leeglopen
Evenepoel beschreef de rit als "één lange inspanning", waarbij het geen moment vlak liep. “De start was al meteen bergop, het middenstuk idem en het slot nog zwaarder. Het was een zware dag.”
Ondanks zijn goede positie in het peloton tot diep in de finale, voelde hij opnieuw de energie wegsijpelen op de slotklim. “Een beetje hetzelfde verhaal als gisteren: het gaat goed tot op een bepaald moment, dan loop ik stilaan leeg.”
Vooruitgang en relativering richting de Tour
Toch keek de kopman van Soudal Quick-Step met enige tevredenheid terug op zijn prestaties. “Vorig jaar was ik hier negende, in een minder sterk bezet deelnemersveld. Nu ben ik vijfde tegen renners als Pogacar en Vingegaard. Dat is een duidelijke stap vooruit. Het zal je misschien verbazen, maar ik sta nu verder dan vorig jaar rond deze tijd.”
In plaats van zich te meten aan de besten, kiest Evenepoel bewust voor een focus op zichzelf. “Ik bekijk het dag per dag, we zitten in een belangrijke voorbereidingsfase. De benen zijn nog niet top, maar dat hoeft ook nog niet.”
Op zondag volgt de afsluitende rit, waarin Evenepoel hoopt nog één keer een degelijk resultaat neer te zetten. Eerst wacht echter iets veel belangrijkers, zo gaf hij al lachend toe: “Een warme douche, een beetje herstel, en dan morgen nog één keer vlammen.”