De bergetappes in de Dauphiné vormen traditioneel een lakmoesproef voor Tourfavorieten. Voor Remco Evenepoel draaide de eerste echte test uit op tijdverlies. Patrick Lefevere, jarenlang het gezicht van Soudal Quick-Step, keek er niet van op. In zijn column voor Het Nieuwsblad schuift hij meerdere verklaringen naar voren en houdt hij vooral een duidelijke wens over: “Ik hoop dat deze ploeg beter voor de dag komt in juli.”
Verwachtingen getemperd
Evenepoel kon vrijdag op de Col de la Croix de Fer en Valmeinier geen vuist maken tegen Tadej Pogacar, die met een indrukwekkende aanval iedereen op een hoopje reed. Voor Lefevere was het geen verrassing dat zijn voormalige poulain moest passen. “Dat Remco in de eerste bergrit niet mee kon, had ik deels verwacht,” schrijft hij. “Zo’n val laat altijd sporen na, ook al minimaliseer je het zelf.”
De ex-ploegbaas wijst er ook op dat Evenepoel vroeg geïsoleerd raakte. “Hij had al snel geen ploegmaats meer bij zich, maar eerlijk? Dat had niet veel uitgemaakt. Pogacar was van een ander niveau.”
Ploeg maakt zorgen
Toch richt Lefevere zijn aandacht vooral op de omkadering rond de Belgische leider. Met onder meer Maximilian Schachmann en Aurélien Paret-Peintre heeft Soudal Quick-Step enkele sterke klimmers in de rangen, maar zij kwamen nog niet tot hun recht. “Die mannen komen van ver. Ze hebben nog stappen te zetten,” klinkt het.
Hij trekt zelfs een scherpe vergelijking: “De vallende ziekte lijkt wel in de ploeg te zitten. Het blijft zich opstapelen.” Zo viel recent ook Louis Vervaeke nog uit, opnieuw een streep door het Tourvoorbereidingsplan.
Hoop op tijdige bijsturing
Lefevere is echter geen doemdenker. “Er zijn nog meer dan drie weken tot aan de Tour. Er kan nog veel bijgestuurd worden. Niet alleen bij de helpers, maar ook bij Remco zelf,” stelt hij hoopvol. De West-Vlaming gelooft duidelijk dat de Dauphiné eerder als test dan als oordeel moet worden gezien.
De tijdrit die Evenepoel eerder deze week won, toont volgens hem dat de basisvorm goed zit. “Maar de Tour is drie weken afzien, niet één dag vlammen. Daarvoor moet alles kloppen.”
Met de slotrit van de Dauphiné nog op het programma, is het vooral uitkijken hoe Evenepoel fysiek herstelt én wat de ploeg nog kan laten zien als collectief.