Jonas Vingegaard kon zaterdag in de zevende rit van het Critérium du Dauphiné opnieuw niet mee met de mokerslag van Tadej Pogacar. Toch bleef de Deense kopman van Visma | Lease a Bike opvallend kalm na afloop. Want waar iedereen keek naar secondenverlies, keek hij vooral naar zijn vermogensdata.
Net na de aanval van Pogacar, op 12 kilometer van de streep in Valmeinier, probeerde Vingegaard het nog even. Maar al snel moest hij het hoofd buigen. “Ik wilde volgen, maar ik voelde meteen dat ik niet in dat tempo kon blijven. Dus koos ik voor mijn eigen tempo”, klonk het nuchter.
Toch geen zorgen?
Vingegaard verloor aan de streep ‘slechts’ veertien seconden, na een zware rit over onder meer de Col de la Madeleine en Croix de Fer. Zijn conclusie? Die was allesbehalve negatief. “Om eerlijk te zijn: ik ben best tevreden. Ik kon mijn eigen ritme rijden, verloor niet veel in het slot en als ik naar mijn wattages kijk… die waren heel goed.”
De vraag blijft of hij zich stilaan zorgen moet maken richting de Tour, waar Pogacar dag na dag sterker lijkt te worden. Maar Vingegaard houdt het hoofd koel. “Natuurlijk wil je hier winnen, maar het is ook een voorbereiding. Ik hoop nog altijd dat deze Dauphiné me beter maakt richting juli.”
Lichte buiging
Over Pogacar is hij duidelijk: “Hij was gisteren de beste, en vandaag weer. Petje af.” Maar tussen de regels door klinkt ook vertrouwen. Vingegaard ziet verbetering ten opzichte van eerder in het seizoen, en met zijn cijfers in de hand lijkt hij zich voorlopig geen zorgen te maken. De echte test komt pas in Frankrijk.