Bruyneel ziet duidelijke verschillen in Tour-aanpak van favorieten: “Pogacar en Vingegaard vliegen, Evenepoel nog onderweg”
Voormalig topploegleider Johan Bruyneel heeft zich uitgesproken over de verschillende voorbereidingsstrategieën van de drie grote favorieten voor de Tour de France: Tadej Pogacar, Jonas Vingegaard en Remco Evenepoel. In aanloop naar het Critérium du Dauphiné ziet hij vooral een opvallend contrast tussen de twee gevestigde Tourwinnaars en de Belgische uitdager. Volgens Bruyneel zijn Pogacar en Vingegaard nu al in bloedvorm, terwijl Evenepoel zijn piek duidelijk later in de zomer heeft ingepland.
Vliegen
“Ik hoor dat ze vliegen,” zegt Bruyneel over Pogacar en Vingegaard, verwijzend naar berichten vanuit hun hoogtestages. Beide renners trainden in de Sierra Nevada en zouden daar hun beste waarden ooit hebben gereden. Volgens de Belg is dat een sterk signaal: deze mannen zijn klaar om te presteren, ook al is de Dauphiné voor hen officieel maar een voorbereiding op de Tour. Hun aanpak is agressief en gericht op dominantie, zowel fysiek als mentaal.
Voor Evenepoel ligt het anders. De Belg zou, volgens zijn entourage, momenteel anderhalve kilo lichter staan dan rond deze tijd vorig jaar – wat duidt op een gedisciplineerde voorbereiding. Toch is het verschil in vormpeil volgens Bruyneel merkbaar: Evenepoel zit nog midden in zijn opbouw. Dat hoeft geen probleem te zijn, benadrukt hij, zolang die opbouw maar goed getimed is met het oog op juli. Het Critérium du Dauphiné is voor Remco dus eerder een testmoment dan een echte graadmeter voor winst.
Pogacar en Vingegaard maken indruk
Dat Pogacar en Vingegaard al op niveau zijn, lijkt geen verrassing. Beide renners hebben een bewezen staat van dienst in grote rondes en weten exact hoe ze naar een piekmoment moeten toewerken. Bruyneel vermoedt zelfs dat de onderlinge concurrentiestrijd hen tot grote hoogten stuwt. De ene probeert de andere telkens te overtroeven – al is het maar met trainingsdata. In dat opzicht spelen ze een ander spel dan Evenepoel, die zich nog moet bewijzen in een drieweekse topvorm.
Bruyneel tempert wel de verwachtingen voor het Dauphiné-klassement. “Je kan nu winnen en straks verliezen,” klinkt het nuchter. Hij benadrukt dat het eindresultaat van de voorbereidingskoers niet noodzakelijk iets zegt over de Tour, maar toch: wie nu al uit de wielen wordt gereden, heeft een probleem. De vormpeilingen in de Alpen zullen dus met argusogen gevolgd worden.
De Belgische ex-ploegleider besluit met een nuchtere blik op Evenepoel. Hij noemt hem de beste kandidaat voor de derde plaats in de Tour, als zijn opbouw richting juli goed verloopt. Daarmee lijkt hij de kaarten voorlopig geschud te hebben: Pogacar en Vingegaard vechten voor geel, Evenepoel moet eerst zijn plek tussen hen nog afdwingen. De Dauphiné wordt de eerste echte krachtmeting.