Voor Remco Evenepoel lijkt de eindzege in de Ronde van Zwitserland gaan vliegen na zijn inzinking van donderdag. Er volgen dan nog wel twee zware bergetappes én een tijdrit, maar om meer dan twee minuten goed te maken op leider Aleksander Vlasov & co zal de man uit Schepdaal toch voor een klein mirakel moeten zorgen.
Al wil hij momenteel de handdoek nog niet in de ring gooien. “Liever had ik uiteraard géén tijd verloren. Maar op zich, twee minuten… Ik zal niet zeggen dat dat positief is, zeker niet. Het is best veel. Maar ik blijf vechten”, klonk het tegenover Het Laatste Nieuws met vooral de tijdrit in het achterhoofd.
Eerst echter nog flink wat bergen te beklimmen, dus valt het maar af te wachten of hij het tijdsverschil binnen de perken kan houden, of liever nog, al kan verkleinen. “De cols die eraan komen moeten me in principe wel beter liggen, daar wordt een gelijkmatiger tempo gereden”, oordeelt Evenepoel.
ZWARE CONCURRENTIE
Echter is de renner van Quick-Step ook niet blind voor de moordende concurrentie in Zwitserland, van wie velen in voorbereiding zijn op de Tour. “Bepaalde jongens zijn echt wel sterk. Je merkt toch dat renners die in de rechtstreekse aanloop naar de Tour zitten een betere vorm hebben en iets vinniger op alles kunnen reageren”, is hij eerlijk.
Al wil hij momenteel de handdoek nog niet in de ring gooien. “Liever had ik uiteraard géén tijd verloren. Maar op zich, twee minuten… Ik zal niet zeggen dat dat positief is, zeker niet. Het is best veel. Maar ik blijf vechten”, klonk het tegenover Het Laatste Nieuws met vooral de tijdrit in het achterhoofd.
Eerst echter nog flink wat bergen te beklimmen, dus valt het maar af te wachten of hij het tijdsverschil binnen de perken kan houden, of liever nog, al kan verkleinen. “De cols die eraan komen moeten me in principe wel beter liggen, daar wordt een gelijkmatiger tempo gereden”, oordeelt Evenepoel.
ZWARE CONCURRENTIE
Echter is de renner van Quick-Step ook niet blind voor de moordende concurrentie in Zwitserland, van wie velen in voorbereiding zijn op de Tour. “Bepaalde jongens zijn echt wel sterk. Je merkt toch dat renners die in de rechtstreekse aanloop naar de Tour zitten een betere vorm hebben en iets vinniger op alles kunnen reageren”, is hij eerlijk.