Jasper Philipsen is op het Belgisch kampioenschap in Binche derde geworden, na een pittige koers waarin hij samen met Remco Evenepoel achtervolgde op de latere winnaar Tim Wellens. Die samenwerking verliep allesbehalve vlekkeloos, en dat liet Evenepoel na afloop ook duidelijk merken. Philipsen begrijpt de kritiek, maar wil ook zijn kant van het verhaal kwijt: “Het is geen cadeau om in Remco zijn wiel te rijden.”
Man tegen man
De sprinter van Alpecin-Deceuninck toonde zich strijdvaardig, maar kwam tekort voor de driekleur. “Het was enorm lastig,” blikte hij terug. “De koers brak al heel vroeg open. Uiteindelijk werd het man tegen man. Ik denk dat Tim en Remco duidelijk de sterksten waren vandaag. Voor mij was het vooral volgen en aanhaken.”
Toen Tim Wellens op zo’n 40 kilometer van de streep een kloof sloeg, gingen Evenepoel en Philipsen samen in de achtervolging. Maar de samenwerking liep stroef. Evenepoel liet zich daar na de finish stevig over uit. Philipsen begrijpt de frustratie, maar nuanceert.
“Had ik meer moeten meewerken? Makkelijk gezegd”
“Ik had dat zelf ook graag gedaan,” reageerde Philipsen op de vraag of hij meer had kunnen doen. “Maar als je à bloc zit, is dat niet zo simpel. Ik ben beginnen rijden toen ik wat hersteld was van mijn inspanning.”
Hij geeft ook aan dat hij hoopte dat Evenepoel het verschil alleen kon dichten. “Ik had verwacht dat Remco sterk genoeg was om Tim terug te halen. Maar Tim had een uitzonderlijke dag. De twee sterksten streden vooraan. Ik heb gedaan wat ik kon.”
Philipsen kijkt ondanks de derde plaats tevreden terug op zijn eigen prestatie. “De conditie is heel goed. Ik rijd hier met hele sterke jongens die de koers al vroeg openbreken. Ik denk dat ik een heel goede wedstrijd gereden heb.” Maar er waren er gewoon twee beter. Het was een heel eerlijke koers vandaag,” besluit hij nuchter.