Opnieuw net niet voor Jasper Philipsen. De sprinter van Alpecin-Deceuninck moest zich tijdens het Belgisch kampioenschap in Binche tevreden stellen met de derde plaats. Een knappe prestatie in een zwaar parcours, al klonk er kritiek van onder meer Remco Evenepoel, die vond dat Philipsen te passief reed in de achtervolging op Tim Wellens. Christoph Roodhooft verdedigt zijn poulain en wijst naar de indrukwekkende vorm van Evenepoel zelf.
LEES OOK: Vanthourenhout kent oorzaak van Remco's woede-uitbarsting
"Bang van Remco"Toen Wellens zijn beslissende aanval plaatste, koos Philipsen ervoor om bij Evenepoel te blijven in plaats van meteen de achtervolging in te zetten. Ploegleider Roodhooft begrijpt die keuze volledig. “Ik denk dat Jasper hierdoor een beetje bang was van Remco,” klinkt het. “Vanaf de start reed Remco met zoveel macht dat Jasper dacht: als ik nu zelf spring, krijg ik hem later sowieso op mijn dak.”
De redenering was volgens de sportieve staf van Alpecin logisch. De ploeg had liever gehad dat Philipsen op een later moment alsnog zou meewerken met Evenepoel, zodat die even kon recupereren. Toen dat signaal vanuit de ploegwagen kwam, volgde Philipsen de instructies op. Maar het kwaad was toen al geschied: Wellens was niet meer bij te halen.
Volgens Roodhooft is het niet evident dat Philipsen met een andere beslissing wel Belgisch kampioen was geworden. “Zelfs als ze het gat samen hadden dichtgereden, was het verre van zeker dat Jasper zou winnen.”
Sterk signaal richting Tour
Ondanks de gemiste kans op de driekleur, houdt Roodhooft vooral het positieve bij. “Jasper heeft getoond dat hij momenteel heel sterk is,” benadrukt hij. “We hebben als ploeg ook collectief goed gereden, ondanks het zware parcours.”
Philipsen reed lange tijd schouder aan schouder met Evenepoel en hield zich uitstekend staande in een koers waar sprinters normaal weinig in de pap te brokken hebben. Daarmee lijkt hij op koers voor een nieuwe glansrol in de Tour de France, waar hij vorig jaar vier ritten en het groen mee naar huis nam.
De vraag blijft hangen: had Philipsen meer kunnen doen, of speelde hij het tactisch slim? Wat zeker is: de benen zijn in orde – en dat zullen ze in Frankrijk geweten hebben.