Maarten Coenen
De carrière van Mathieu van der Poel leest stilaan als een sprookje. De Nederlander is in zowat elke koers waarin hij start 'zegerijp' en pakte al heel wat fraaie zeges, zowel in het veld als op de weg. Toch is er nog steeds groeimarge, dat ziet ook vader Adrie.
Adrie Van der Poel kende zelf een meer dan verdienstelijke carrière, de laatste jaren was dat steevast bij de Rabobank ploeg. Het leek dan ook een logisch vervolg dat zijn zonen eveneens zouden aantreden bij de Nederlandse formatie maar zo ver kwam het nooit. Adrie legt nu bij Helden Magazine uit hoe dat komt: "Voor David heeft het team écht haar best gedaan maar nadat hij de Nederlandse trots een 'nee' verkocht, was het over. Voor Mathieu hebben ze vervolgens niet echt hun best gedaan, maar dat zal komen omdat David al 'nee' had gezegd. Ik heb de jongens uitgelegd wat die stap naar de Rabobank-beloften ploeg is, waar ze niet meer konden doen en laten wat ze wilden."
Een goede beslissing vindt Adrie, die er niet zeker van was dat zijn twee zonen evenveel kansen hadden gekregen bij Rabobank. "Veel goede renners zitten daar bij elkaar in één team, waardoor je vaker in het defensief dan in het offensief moet koersen. Ik denk dat het op die leeftijd beter is om iedere keer de strijd met de besten aan te gaan in plaats van in een tactisch keurslijf te fietsen."
NOG STEEDS GROEIMARGE
Uiteindelijk koos Van der Poel voor Alpecin en die beslissing heeft hem geen windeieren gelegd. "De jongens hebben uiteindelijk zelf gezegd dat ze al jaren goede fietsen en materiaal via Christoph Roodhooft kregen. Ze vonden dat ze eigenlijk alleen al uit fatsoen bij hem moesten blijven. Omdat hij pas drie jaar echt met een trainer werkt zit er ook nog steeds groeimarge op". Zo moet de concurrentie zich niet al teveel illusies maken dat VDP opeens in een neerwaartse spiraal zal geraken.
