Een fijne afvaardiging kwam in Herentals kijken hoe thuisrijder Wout van Aert het ervan af bracht in zijn 'eigen' cross. Het mooie ervan? Wout kreeg het zelf pas achteraf te horen.
Terwijl de Belgisch kampioen van Jumbo-Visma nog maar eens een duel uitvocht met Mathieu van der Poel, deze keer trok de Nederlander aan het langste eind na een lekke band van de Belg in de slotronde, stonden sportief manager Merijn Zeeman en ploegleider Grischa Niermann van de Jumbo-brigade langs de kant hun renner aan te moedigen.
Van Aert zelf had er geen weet van. "Tijdens de cross heb ik ze niet kunnen opmerken", lachte hij achteraf voor de camera's van Het Laatste Nieuws. "Leuk dat ze er waren. Dat is niet evident. Voor mij lag het parcours dicht bij de deur (Van Aert woont op ca. 3 kilometer van het parcours in Herentals, red.), Grischa heeft bijna vier uur moeten reizen om naar hier te komen. Dat zegt toch wat", was de topcrosser onder de indruk.
Het tekent de ploeg ook, zegt Van Aert zelf: "We laten als team al gedurende een langere periode zien dat de cross niet zomaar een hobby is, dat het niet iets is dat ik er zomaar mag bijnemen." De winnaar van reeds vijf crossen deze winter is blij dat zijn ploeg het veldrijden au sérieux neemt. Zeeman zelf vond het ook fijn om alles weer eens van dichtbij mee te maken. "De mensen beseffen niet naar wat ze aan het kijken zijn. De beste eendagsrenners ter wereld die tegen elkaar strijden om elke centimeter modder. De sport op zijn mooist!"