Matthijs Klerkx
Thibau Nys is een van de grootste talenten in de crosswereld. De zoon van een van de beste crossers aller tijden moet echter nog een stapje zetten om tot de absolute top te gaan behoren. De volgende week 20 jaar wordende Nys weet wat hij hiervoor moet doen.
In een interview met Het Laatste Nieuws legt de leider in de Wereldbekerstand voor beloften uit waarom hij dit jaar de wereldbeker, het EK en het WK voor beloften rijdt, ondanks dat zijn niveau tegen de top van de elite aan schuurt. "Ik heb na de crossen in de Verenigde Staten (Waterloo en Fayetteville, red.) overwogen om alles bij de elite af te werken deze winter." Daar kwam Thibau als vierde in de WB-stand bij de elite uit, na goede overzeese uitslagen.
"Met de vorm die ik nu heb is het misschien wel mogelijk om mee te kunnen met de top, maar hoe is dat over twee maanden?" vraagt Nys zich hardop af. "Dan komen Van Aert, Van der Poel en Pidcock er ook nog eens bij. Dan moet ik nog maar zien of ik mee kan met die mannen. Het zou niet verstandig zijn stappen over te slaan richting de top."
NIVEAUVERSCHIL
Nog even en dan komen de drie bovengenoemde namen ook weer aanwaaien in de crosswinter. Nys vraagt zich af hoezeer de drie zich gaan toeleggen op de cross de aankomende maanden. "Meestal is het zo: als ze het veld induiken, doen ze dat om de beste te zijn en wedstrijden naar hun hand te zetten. Dan wordt het heel moeilijk voor ons", is de 19-jarige crosser - die volgend jaar op de weg bij Trek-Segafredo tussen de profs gaat rijden - eerlijk. "Die mannen zijn gewoon van een ander niveau."
Nys ziet dan ook wat cruciaal is om zelf naar dat niveau toe te groeien. "De explosies van Iserbyt, Vanthourenhout en Sweeck kan ik nog wel redelijk goed beantwoorden en overleven. Maar die mannen herstellen nog sneller en kunnen het twee tot drie keer overdoen en houden een strakker tempo na een versnelling. Dat moet bij mij nog groeien." Deze namiddag om 13.15 uur staat Thibau Nys aan de start van het EK voor beloften mannen.
