Thibau Nys zette in Tabor een van de meest indrukwekkende solo’s neer uit zijn nog jonge profcarrière. Op het snelle, hardbevroren parcours nam hij al vroeg de leiding en duldde niemand in zijn buurt. Voor Niels Albert was het een bevestiging van wat hij al langer hoopte te zien. De ex-wereldkampioen was bijna lyrisch over de manier waarop Nys de koers beheerste: geen wachten, geen speculeren op zijn eindsprint, maar vol de aanval kiezen.
LEES OOK: Nys breekt na emotioneel moment: “Het doet wat met een mens”
‘Dit was een supersuperdag’Albert plaatst de zege van Nys wel in perspectief. Hoewel hij vindt dat Thibau een merkbare stap heeft gezet – “de procenten die nog ontbraken lijken er nú al bij” – gelooft hij dat de prestaties in Tabor vooral het gevolg waren van een zeldzame topdag. “Daarvan heb je er hooguit vier, vijf in een seizoen. Op zo’n dag voel je je heer en meester”, legt hij uit in HLN.
Hij herkent het gevoel maar al te goed uit zijn eigen carrière: de dagen waarop alles vanzelf lijkt te gaan, waarop je de koers draagt zonder dat het moeite kost. Dat Nys op zo’n dag meteen iedereen uit het wiel rijdt, ziet Albert als een bevestiging van zijn enorme potentieel.
Toch waarschuwt hij dat zulke uitzonderlijke prestaties niet elke week te verwachten zijn. De echte kunst ligt volgens hem in wat daarna komt: leren recupereren, een bredere basis leggen en die piekmomenten benutten in koersen waar het écht telt.
Vooruitblik op de strijd met Van der Poel en Van Aert
Albert kijkt ook vooruit naar wat deze vorm betekent voor de nakende confrontaties met Mathieu van der Poel en Wout van Aert. Hij noemt het “bijna onvermijdelijk” dat Nys zich, binnen afzienbare tijd, in hun strijd mengt. Al blijft hij nuchter: de stap naar die absolute top is groot, maar niet onmogelijk. Zeker niet wanneer Nys met Lidl-Trek op stage verdere progressie kan maken.
Na Flamanville trekt Nys richting die eerste ploegstage. Albert gelooft dat het gevaarlijk is om te voorspellen dat hij er nóg beter uitkomt, maar ziet wel ruimte voor groei. “Bij deze Thibau kan geen tien procent meer bij”, zegt hij, “maar hij kan wel stappen zetten in zijn recuperatie en basisopbouw.”
Stan Strubbe