De discussie rond het nut en verloop van sprintersetappes in de Tour de France is weer opgelaaid. Dit keer komt de kritiek niet van renners, maar van een opvallende bron: Thierry Gouvenou, parcoursbouwer van de Tour, hekelde het gebrek aan initiatief bij de sprintersploegen. Maar die uitspraken schieten bij analist Sep Vanmarcke compleet in het verkeerde keelgat.
LEES OOK: Vanmarcke haalt fors uit naar Tour-parcoursbouwer Gouvenou
Gouvenou steekt lont in het kruitvatHet begon allemaal met een interview waarin Gouvenou uithaalde naar de koersinvulling op vlakke dagen. “Als de renners het aanpakken zoals in de rit van gisteren, zullen we het aantal sprintersetappes moeten beperken,” klonk het scherp uit Franse hoek. Hij verweet de sprintersploegen dat ze geen verantwoordelijkheid namen om de koers levendig te maken.
Ironisch genoeg kreeg hij enkele uren later al een antwoord op het asfalt. Alpecin-Deceuninck stuurde Jonas Rickaert én Mathieu van der Poel in de vroege vlucht. Die poging strandde pas op 700 meter van de finish, waarna Tim Merlier alsnog met de bloemen ging lopen. Toch had de aanval volgens Vanmarcke niets te maken met Gouvenou’s kritiek.
“Die domme opmerkingen leiden er niet toe dat renners ineens anders gaan koersen,” aldus Vanmarcke in Café Koers. “Dat was een ludieke actie tussen twee ploegmaats. Jonas Rickaert wilde gewoon eens op het podium van de Tour staan – en dat is hem gelukt.”
“Hij zou beter moeten weten”
Vanmarcke is vooral teleurgesteld in de houding van Gouvenou, die als oud-renner beter zou moeten begrijpen hoe koersverloop tot stand komt. “Ik vind het echt triestig wat hij zegt. Hij wéét hoe lastig het soms is. Renners zijn soms net blij dat er eens een rustige dag tussen zit,” klinkt het scherp.
De ex-prof benadrukt ook het belang van sprintersetappes in de Tour. “Die zorgen voor spanning op het einde. Je krijgt een opbouw, een climax, en ja – dan hoort daar ook een kalmere aanloop bij. Je kan niet elke dag spektakel verwachten van een peloton dat al meer dan duizend kilometer in de benen heeft.”
Met zijn duidelijke uithaal richting Gouvenou spreekt Vanmarcke wellicht de mening uit van vele renners in het peloton, die niet elke vlakke rit als een verplicht spektakelstuk willen zien. Want soms, zegt hij, is een sprint op het einde meer dan genoeg.