Senna Remijn werd vorige week uitgeroepen tot grootste Nederlandse talent van 2025, en volgens José De Cauwer is dat geen toeval. Tijdens De Laatste Etappe prees de Sporza-commentator de 19-jarige renner, die volgend jaar de stap maakt van het Alpecin-opleidingsprogramma naar het WorldTeam. In zijn ogen hebben de broers Roodhooft opnieuw een groeibriljant in huis.
Remijn reed dit najaar al even mee met de profploeg, onder andere in de Ronde van Luxemburg. Daar maakte hij meteen indruk. De Cauwer herinnerde zich nog levendig hoe Remijn derde werd in de laatste etappe, een lastig ritje waarin zijn klim- en tempokwaliteiten al zichtbaar waren. “Ik dacht meteen: ze hebben er weer eentje,” zei hij. Een herkenbare zin voor wie Alpecin-Deceuninck de voorbije jaren talent na talent zag afleveren.

LEES OOK: De Cauwer genoot van een specifiek moment van Pogacar
‘Klimmen van tien minuten? Dan kom je al een heel eind’Na de uitreiking van de Gerrie Knetemann Trofee gaf De Cauwer de jonge Nederlander nog wat advies. Hij vindt dat Remijn zich geen zorgen moet maken over lange beklimmingen. Hoewel hij nog geen Ventoux-klimmer is, ziet de Belg genoeg potentieel. “Klimmen van tien minuten, daar kom je al een heel eind mee,” zei hij. En in heel wat koersen zijn dat precies de inspanningen die het verschil maken.
Voor De Cauwer is talent vooral een kwestie van perspectief: weten wat je kunt, en weten waar nog groei zit. Remijn heeft dat volgens hem allebei, en vooral: tijd.
Ruimte om te groeien binnen Alpecin
Interessant is dat De Cauwer ook de ploegcontext erbij haalde. Volgens hem is er binnen Alpecin-Deceuninck op dit moment veel ruimte voor jonge renners. Na het vertrek van meerdere ervaren krachten is de deur opengezet voor talent dat koersen kan leren lezen, fouten kan maken en intelligent kan groeien.
Dat past perfect bij het profiel van Remijn, die volgens insiders niet alleen fysiek sterk is, maar ook koersinzicht heeft. De Cauwer benadrukte dat het er vooral om gaat klaar te zijn wanneer kansen zich aandienen. “Ook al ben je 19 of 20, als je er staat, dan hoor je bij de beroepsrenners.”
Met zijn trofee op zak, een beloftevol profiel en een ploeg die hem alle kansen biedt, lijkt Remijn klaar voor de volgende stap. En als De Cauwer gelijk krijgt — en dat heeft hij in dit soort dingen vaak — dan is dit pas het begin.
WN Redactie