We kunnen ons weldra weer opmaken voor enkele mooie duels met Wout van Aert en Mathieu van der Poel in het veld. Ook de Kempenaar loste immers zijn crossprogramma. Intussen wordt er echter ook al verder gekeken, richting het nieuwe wegseizoen van 2026. En daar staat een grote verandering te wachten.
LEES OOK: Van Aert dan toch op het WK veldrijden? Visma komt met meer info
Terug naar ItaliëWant daar waar Van Aert de voorbije twee jaar de Italiaanse klassiekers Strade Bianche en Milaan-Sanremo links liet liggen, lijkt dat straks niet meer het geval te zullen zijn. Enkele maanden geleden wist Van Aert zelf al duidelijk te maken dat hij deze wedstrijden graag opnieuw zou willen rijden.
“We hebben daar nog niet over gesproken. Maar ik ben niet van plan om die opnieuw over te slaan. Dit jaar was ik goed, maar ik was niet beter dan toen ik de Strade en Sanremo wel nog reed”, klonk het bij de Kempenaar een tijdje geleden.
“Met de leeftijd die ik heb, wil ik de paar kansen die ik nog heb in de Strade, Sanremo en zelfs Parijs-Nice of Tirreno-Adriatico niet blijven opgeven”, beseft hij zelf. “Ik moet het nog met de ploeg bespreken, maar mijn persoonlijk idee nu is om terug naar de oldskoolaanpak te gaan.”

Zwijgend instemmen
En hoe staat het nu precies met dat idee? Head of Performance Mathieu Heijboer werd erover aan de tand gevoeld bij Wielerflits: “Alle opties liggen weer open. Zowel om een klassieke voorbereiding te doen, als om iets met extra hoogte op een ander moment te plannen”, lijkt de ploeg te zullen instemmen op de wensen van Van Aert.
Bij Het Laatste Nieuws menen ze zelfs al met zekerheid te weten dat Strade Bianche en Milaan-Sanremo opnieuw zullen worden betwist, al bleef diezelfde Heijboer daarover op de oppervlakte tegenover de krant: “We zijn nu nog alle opties voor de weg aan het bekijken”, klinkt het daar.
“Onze eerste zorg is dat Wout een stabiele winter kan draaien zonder tegenslagen en blessures. Het blijft niet te onderschatten wat de impact van het seizoen 2024 met twee valpartijen was op wat we gezien hebben in 2025.”
Kevin De Jonghe