Jonas Vingegaard bleek ook in etappe 17 van de Tour onwrikbaar. De Deen week geen seconde van het wiel van Tadej Pogacar, die uiteindelijk niet de benen had om zijn grote concurrent zwaar aan te vallen. Enkel net voor de top van de voorlaatste klim deelde de Sloveen een prikje uit.
Dat leverde hem geen kloofje op. Vingegaard had meteen een antwoord in huis. De twee hoofdrolspelers in het algemeen klassement gingen samen naar de streep en sprintten om de zege. Het was uiteindelijk Pogacar die met de dagzege aan de haal ging. Daardoor pakte hij vier seconden (bonificatie) terug op Vingegaard. Al bij al een magere oogst in een zware bergrit.
"Ja, ik verlies vier seconden", besefte Vingegaard bij de NOS. Waarna hij zich groot toonde in het verlies om de etappe. "Natuurlijk had ik graag de rit gewonnen, maar het was te explosief voor mij. Het slot paste Pogačar beter. Ik zou niet willen zeggen dat ik mijn sprint te vroeg aan ging. Hij is beter op een klim als deze", gaf hij toe bij het medium.
KUSS
In tegenstelling tot op andere dagen kwam Vingegaard woensdag redelijk vlug alleen te zitten. Sepp Kuss kon zijn kopman niet bijstaan op de slotklim. "Het is niet fijn om geïsoleerd te zijn, maar wij hebben ook wat ploegmaten verloren. Het is nu eenmaal zo. Ik moet eigenlijk alleen Tadej volgen", was de gele trui duidelijk. "Ik wil nog niet over de eindzege nadenken. Ik neem het nu dag per dag", voegde hij eraan toe.