Het meest begeerde nevenklassement naast de gele trui in de Tour de France is het puntenklassement. De strijd om het groen barst weer los, wie kan Jasper Philipsen kloppen?
De groene trui is een fenomeen dat met name in de eerste week van de Tour gigantisch belangrijk is. Nu zal dat dit jaar toch iets anders zijn met twee zeer heuvelachtige etappes en één bergrit op de eerste vier dagen, maar toch zullen we de rappe mannen ook snel aan het werk zien.
Het is onder de spurters namelijk een hele eer om de allerbeste van die macho’s te zijn. De waaghalzen van het groen smijten zich in ieder gat voor het maximaal haalbare, om er soms ook achter te komen dat de streek die ze zojuist hebben uitgehaald er toch wel over was. Hoe alles precies werkt qua puntentelling, lees je in onze uitgebreide uitleg over de reglementen van de groene trui.
De eerste
In 1953 zagen we voor het eerst een puntenklassement in de Tour. Alhoewel, dat is ook niet helemaal juist… De Tour werd namelijk van 1905 tot en met 1912 verreden op een puntenrangschikking, al ging dat om een strafpuntensysteem waarbij de renner met het minst aantal punten de Tour de France ook daadwerkelijk won.
1953 was dus het jaar dat het puntenklassement haar intrede deed. Er werd meteen gekozen voor de groene trui, aangezien de Franse kledijmakelaar ‘Belle Jardinière’ groen als hoofdkleur in promotiemateriaal stak. Tot en met 1958 was het strafpuntensysteem leidend, in 1959 werd het echt een klassement op basis van behaalde punten per renner.
De eerste winnaar van het groen werd ook de eerste drager van de ‘Maillot Vert’ in diezelfde Tour van 1953: de Zwitser Fritz Schär. Schär won in Metz de allereerste etappe en een dag later ook in Luik de tweede rit. Het groen behoorde dus ook aan hem toe.
De laatste
Het ging voorafgaand aan de Tour van 2023 in Vlaanderen maar om één ding: zou Wout van Aert de Tour uitrijden, met de aanstaande geboorte van zijn tweede kind in het achterhoofd leek dat namelijk niet evident.
Dus had België een nieuwe topfavoriet om diezelfde Van Aert op te volgen: Jasper Philipsen werd in 2022 tweede in het puntenklassement en had zich inmiddels op de ladder der spurters omhoog gehesen naar de absolute topplek.
Waarom dat zo was, werd in de derde rit naar Bayonne meteen duidelijk. Begeleid door de latere wereldkampioen op de weg Mathieu van der Poel spurtte de ‘Vlam van Ham’ indrukwekkend naar de zege, om dit een dag later in Nogaro nog eens dunnetjes over te doen.
Nadat ook de derde sprinterskans in Bordeaux voor Philipsen was, bestond er geen twijfel over: de spurter van Alpecin-Deceuninck zou voor het eerst in zijn leven de groene trui gaan winnen. Met een vierde ritwinst in Moulins werd zijn top-Tour compleet.
De cijfers
Sinds vorig jaar strijden de sprinters om een donkergroene trui, de jaren voordien ging dat altijd om een felgroen tricot. Dat felgroene behoorde aan het eind van de vorige eeuw en het begin van deze het vaakst toe aan Erik Zabel, die liefst zes keer het puntenklassement won. Vorig decennium kwam daar echter een Slowaaks fenomeen bij: niet het Slowaakse nationale voetbalelftal, maar Peter Sagan. ‘Peter de Grote’ deed het nog net iets beter dan Zabel.
7 zeges: Peter Sagan (2012, 2013, 2014, 2015, 2016, 2018 & 2019)
6 zeges: Erik Zabel (1996, 1997, 1998, 1999, 2000 & 2001)
4 zeges: Sean Kelly (1982, 1983, 1985 & 1989)
De favoriet
De drie snelste mannen van dit jaar zijn Tim Merlier, Jonathan Milan en Jasper Philipsen. Met name de spurter van Soudal Quick-Step heeft in 2024 een grote stap gezet, maar hoeft na zijn triptiek aan ritzeges in de Giro d’Italia niet te rekenen op een Tour-deelname.
Milan slaat de Tour over vanwege zijn ambities op de baan tijdens de Olympische Spelen in Parijs later deze zomer en dat zorgt ervoor dat er nog één favoriet over blijft: de sprinter van Alpecin-Deceuninck. Laten we wel wezen: met wereldkampioen Mathieu van der Poel heeft hij de beste lead-out van allemaal.
De outsiders
Wat bij Philipsen nog meer een rol speelt om de status van topfavoriet dubbel en dwars waard te zijn, is het feit dat de concurrentie niet bepaald schandalig groot is in Frankrijk. De grootste andere naam die constant een rol speelt in massaspurts is die van Mads Pedersen.
Dat is van de aanwezige sprinters namelijk de enige die Philipsen ietwat aankan in klassieke etappes en wanneer het bergop gaat. Kijk het maar na: Pascal Ackermann, Phil Bauhaus, Sam Bennett, Mark Cavendish, Bryan Coquard, Arnaud De Lie, Arnaud Démare, Biniam Girmay, Dylan Groenewegen, Fabio Jakobsen, Alexander Kristoff, Gerben Thijssen en Marijn van den Berg hebben allemaal een opmerking achter hun naam staan.
Of dat gaat om gebrekkige klimmerscapaciteiten, te oud of te jong zijn of iets anders, dat mag u zelf invullen. Speciale aandacht gaat net als vorig jaar uit naar Cavendish, die op zoek is naar zijn 35ste Tour-ritzege ooit, om het record dat hij nu nog deelt met Eddy Merckx definitief alleen over te nemen.
De sterren
Uiteindelijk komen we tot de volgende sterrenverdeling:
****
Jasper Philipsen
***
Sam Bennett & Mads Pedersen
**
Mark Cavendish, Bryan Coquard & Tadej Pogacar
*
Arnaud De Lie, Primoz Roglic, Wout van Aert & Jonas Vingegaard