Kevin De Jonghe
Komend weekend rijden de crossers op Amerikaanse bodem. In Waterloo wordt immers de eerste Wereldbekercross afgewerkt, al staat zeker niet iedereen te springen om die trip te maken. Het lijken nog enkelingen die er het nut van inzien.
En dan ligt het probleem voornamelijk bij het financiële. Een dure uitstap voor amper één cross. Sven Nys uitte onlangs nog dat hij voorstander blijft, maar Bart Wellens nuanceert dat. “Dat mag. Maar als de cross naast de fabriek van mijn sponsor wordt gereden, zou ik ook zeggen dat ik enthousiast ben”, stelt die in Het Nieuwsblad.
“Hij krijgt ginder bovendien full support van Trek en moet nauwelijks eigen materiaal meenemen. Dat maakt het net iets makkelijker”, zijn de alvast niet onterechte bevindingen van Wellens ten opzichte van zijn oude rivaal.
GEEN FANS
In Amerika leeft de sport bovendien bijlange niet zoals ze dat hier doet. Ook de publieke belangstelling is dus gering. “Het is niet dat daar de grote massa naar de cross komt. Neem Fayetteville: bij het WK in 2022 was er nog flink wat volk, maar een jaar later bij de Wereldbekercross was het al heel wat minder”, constateert Wellens.
Jurgen Mettepenningen van Pauwels Sauzen-Bingoal is dan ook duidelijk. “Misschien moet dat hele crossavontuur in Amerika maar eens opnieuw geëvalueerd worden: heeft het nog wel veel zin?”
There is no country in the world that host as many cx races than in the U.S other than Belgium. For example only in Wisconsin they organize 15 races every weekend. I want to thank all those people who made this happen. They deserve to have at least a world cup every year. pic.twitter.com/5K24K7BMMM
— Sven Nys (@sven_nys) October 12, 2023
