Het wielervoorjaar van 2023 staat nu echt voor de deur. Zaterdag kunnen we er immers aan beginnen met de Omloop Het Nieuwsblad. Om het verlangen naar de start nog wat groter te maken, zullen wij als WielerNieuws in deze reeks de vier grote Belgische ploegen aan u voorstellen + ook nog één Nederlandse ploeg waar naar verluidt een half mens, half brommer actief is.
Voor alle duidelijkheid: zo zullen Soudal Quick-Step, Lotto Dstny, Intermarché-Circus-Wanty, Jumbo-Visma én Alpecin-Deceuninck de revue passeren. De ploeg van de gebroeders Roodhooft is in deze editie als laatste aan de beurt. Aan de hand van de inmiddels bekende vijf thema’s trachten wij een zo klaar en duidelijk beeld te schetsen van de situatie voor het aankomende seizoen.
RENNERSVERLOOP
Dat Alpecin-Deceuninck voor aanvang van dit seizoen flink werd versterkt hoeft niet te verbazen. De Belgische formatie beschikt vanaf dit jaar immers voor het eerst over een World Tour-licentie. Dat maakt dan ook dat de ploeg verplicht is om deel te nemen aan alle World Tour-koersen op de kalender, waar dat als Pro Continental-team voordien niet het geval was. Echter zagen ze tegelijkertijd wel twee kopmannen andere oorden opzoeken.

Zo kon Tim Merlier de lokroep van Patrick Lefevere niet weerstaan. De sprinter zag zo zijn droom om aan de slag te gaan bij Soudal Quick-Step in vervulling gaan. Daar zal Merlier opnieuw de concurrentie moeten aangaan met een andere topsprinter, dat in de naam van Fabio Jakobsen. Voorheen bleek bij Alpecin dat zo’n interne concurrentie – in dit geval met Jasper Philipsen – toch voor de nodige strubbelingen kan zorgen. Daarnaast koos Jay Vine ervoor om de ploeg te verlaten. De Australiër die werd ontdekt op Zwift zal vanaf heden uitkomen voor UAE Team Emirates en dus ploegmakker worden van het fenomeen dat Tadej Pogačar heet.
Met Guillaume Van Keirsbulck, Julien Vermote, Sjoerd Bax en Floris De Tier werd besloten om niet verder te gaan. Vier gewaardeerde krachten verloren dus, maar Alpecin-Deceuninck wist die leemte erg goed in te vullen. Dat de transferperiode van de ploeg overal als geslaagd wordt bestempeld is daar het beste bewijs van. Zo werd bijvoorbeeld Søren Kragh Andersen uit zijn lijden verlost bij Team DSM. Net als vele anderen was hij daar in onmin geraakt met de ploegleiding, maar voor Alpecin-Deceuninck moet de Deen absoluut een flinke versterking blijken.

Voorts komt ook Quinten Hermans de rangen vervoegen. Die toont al enkele jaren heel wat in zijn mars te hebben, maar met name vorig jaar wist de toenmalige renner van Intermarché een grote stap voorwaarts te zetten met onder meer een tweede plaats in Luik-Bastenaken-Luik. Kaden Groves werd aangetrokken als vervanger van Merlier en er werd met Ramon Sinkeldam ook een nieuwe lead-out aan het team toegevoegd. Axel Laurance werd opgepikt bij het teloorgegane B&B Hotels - KTM en de jonge Fransman geldt als een groot talent. Tot slot kwamen talentvolle jongeren Robbe Ghys en Jensen Plowright over van respectievelijk Sport Vlaanderen-Baloise en de opleidingsploeg van Groupama FDJ.
STER VAN DE SHOW
Aanzienlijke versterkingen voor Alpecin-Deceuninck, maar uiteraard zal iedereen straks toch weer in de richting kijken van Mathieu van der Poel. Het vorige seizoen was enigszins wisselvallig door de gekende rugproblemen, maar de Nederlander kon toch alweer mooi een klassieker (Dwars door Vlaanderen) én een monument (Ronde van Vlaanderen) bijplaatsen op zijn reeds rijk gevulde erelijst. Voor dit seizoen koos Van der Poel zorgvuldig zijn wedstrijden uit.
Zo staan er momenteel immers maar vijf wedstrijden op zijn kalender. Het Vlaams openingsweekend laat hij net als Wout van Aert schieten om een week nadien te openen in de Strade Bianche, voor velen al het zesde wielermonument. Een écht wielermonument tracht Van der Poel twee weken later alvast in de kast te zetten met Milaan-Sanremo. Echter zijn ook dit jaar de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix de absolute prioriteiten. Mocht daar in tussentijd ook nog succes volgen in de E3 Saxo Bank Classic, zou dat mooi meegenomen zijn.

ANDERE SPEERPUNTEN
Dat Van der Poel nu over een sterkere ploeg beschikt zou hem in principe alleen maar meer kansen moeten bieden. De aanwezigheid van de nieuwbakken wereldkampioen veldrijden zorgt er vice versa dan weer voor dat andere jongens uit zijn schaduw zouden kunnen treden. Hierboven werden aanwinsten Kragh Andersen en Hermans al belicht, al zal die laatste afgezien van de E3 enkel in actie komen in de Ardennenklassiekers. Gezien zijn resulaten daar in recente jaargangen mag er wel één en ander worden verwacht van die laatstgenoemde.
Wie er straks echter met quasi zekerheid bloemen in ontvangst zal mogen nemen is Jasper Philipsen. De Vlam van Ham rijdt een uitgebreid programma waar hij als één van de topfavorieten van start zal gaan in sprintklassiekers als Kuurne-Brussel-Kuurne, Classic Brugge-De Panne en de Scheldeprijs. Succes daar - gezien zijn status als misschien wel snelste man van het pak - is eigenlijk een must en mits een gunstige wedstrijdsituatie valt er ook in Milaan-Sanremo met hem rekening te worden gehouden. Daarnaast moet Philipsen ook een stap kunnen zetten in de kasseiklassiekers. Komende zaterdag reeds in de Omloop Het Nieuwsblad, vervolgens ook in Gent-Wevelgem, Dwars door Vlaanderen en Parijs-Roubaix.

U merkt het: Alpecin-Deceuninck is meer dan ooit méér dan enkel en alleen Van der Poel. Al zorgden ook 'mindere goden' als Dries De Bondt, Robert Stannard en Gianni Vermeersch de laatste jaren al voor het nodige succes. Meedingen naar de overwinning – in de misschien iets kleinere koersen – moet ook dit jaar zeker tot de mogelijkheden behoren voor deze jongens.
DARK HORSE
We hadden hem hierboven al even vernoemd: met Axel Laurance lijken de troepen van Alpecin-Deceuninck een ware groeibriljant te hebben aangetrokken. Nadat bekendgeraakte dat de ploeg van B&B Hotels – KTM ophield te bestaan was er meteen veel interesse voor de jongeling, onder meer van Soudal Quick-Step en uiteraard de grote Franse ploegen. Uiteindelijk verkoos Laurance een transfer naar Alpecin-Deceuninck. “Ik ben ervan overtuigd dat ik me hier verder kan ontwikkelen”, klonk het enkele maanden geleden.
Dat Laurance over heel wat talent beschikt hebben we al mogen aanschouwen. Daarbij denken we meteen aan de Bretagne Classic van vorig jaar waar Wout van Aert heer en meester was, maar de Fransman erg knap tweede werd. In de sprint liet hij daar onder meer Arnaud de Lie en Biniam Girmay achter zich. Qua adelbrieven kan dat tellen. Maar vergis u niet: Laurance is geen sprinter. Duidelijk beschikt hij wel over een sterk eindschot – toch zeker op een hellende finish - maar voelt hij zich voornamelijk in zijn sas als de weg - niet al te lang - bergop loopt. In de Ardense klassiekers zou hij dus best weleens kunnen verrassen.

STRUIKELBLOK
Hoewel we in dit stuk hebben benadrukt dat Alpecin-Deceuninck sterker is geworden in de breedte – wat ook wel zo is – zal toch weer veel vallen of staan met het presteren van Mathieu van der Poel. Normaliter kan je hier blindelings op vertrouwen, maar de Nederlander kampt sedert zijn val tijdens de mountainbikerit op de Olympische Spelen te pas en voornamelijk te onpas met rugproblemen.
Zo leek er afgelopen winter geen vuiltje aan de lucht in zijn eerste crosswedstrijden maar speelden de kwaaltjes nadien toch weer op. Herstellen deed Van der Poel met een vijfde wereldtitel in het veld bijzonder sterk, maar blijft het toch steeds bang afwachten of deze rugproblemen niet (opnieuw) voor de nodige averij zullen zorgen.