Volgens UAE Team Emirates was niet Jonas Vingegaard zelf de beslissende factor in de Tour de France afgelopen zomer. Die eer behoort toe aan zijn ploeggenoot Wout van Aert.
Dat stelt de Nederlandse oud-renner Aart Vierhouten tegen De Volkskrant. Samen met de sportief directeur van Tadej Pogacar blikt de Nederlandse krant terug op de spectaculaire Tour die in juli werd verreden. En dan heeft Vierhouten het nog niet eens zozeer over het werk dat de drievoudig etappewinnaar - tevens drager van het groen in Parijs - bergop allemaal voor de Deen deed.
Nee, de beslissende fase vond volgens Vierhouten al plaats vooraleer de eerste grote hindernis nog beklommen moest worden. In de vijfde etappe - de kasseienrit naar Arenberg - kwam Primoz Roglic ten val, kort nadat Vingegaard met een lekke band af te rekenen kreeg. "Dat was het geluk van Jumbo-Visma", aldus de Nederlander. "Door die valpartij van de Sloveen moesten ze wel de kaart Vingegaard trekken. Hadden ze later moeten kiezen, was dat in ons voordeel geweest."
Maar op die bewuste 6 juli had de Tour beslist kunnen worden. "Tadej was namelijk heel goed die dag", herinnert Vierhouten zich. Pogacar kwam uiteindelijk samen met Jasper Stuyven slechts 13 tellen voor de andere klassementsmannen over de streep en dat lag aan één man: "Van Aert was die dag superman. Hij nam de kop van de groep Vingegaard na diens lekke band en reed in de laatste 20 kilometer een gat van 2 minuten dicht. Stel dat Wout met Pogacar en Stuyven mee was geweest, hadden wij daar de Tour gewonnen", is Vierhouten stellig. "Het verschil was dan zo groot geweest voor de eerste bergen, dat de Deen dat nooit meer had kunnen inhalen."