Zdenek Stybar, voormalig wereldkampioen veldrijden en nog altijd een van de meest geliefde figuren binnen het cyclocrossmilieu, blikte in In de Leiderstrui terug op zijn carrière én op de opmars van Thibau Nys. De Tsjech volgt de jonge Belg al sinds zijn kinderjaren en geeft toe dat hij destijds twijfels had. Dat Nys vandaag een vaste waarde is in het veld én op de weg, stemt hem alleen maar trotser.
LEES OOK: Schotte weet het nu al: "Deze Belg in het roze na Giro-etappe twee"
“Toen dachten we: ai, dat komt niet goed”Stybar kent Nys al sinds diens peuterjaren. Zijn eerste indruk? Niet bepaald die van een toekomstig toptalent. “Ik vind het leuk om Thibau zo bezig te zien. Ik ken hem sinds hij twee jaar oud was,” vertelt hij. “Hij was toen al afdalingen aan het doen en we dachten: ai, dat gaat niet goed komen…”
Gelukkig kwam het wél goed. Meer dan goed zelfs. Nys’ snelle progressie op de weg en zijn herwonnen topvorm in het veld verbaast Stybar niet langer, maar hij kijkt er nog altijd met veel plezier naar. “Het is heel leuk om zijn carrière te volgen, zowel in de cross als op de weg. En ook mooi dat hij dat kan delen met zijn papa. Dat is een droom.”

“Met Mathieu en die gasten? Dat zou nog kunnen”
Stybar is intussen gestopt als profrenner, maar dat betekent niet dat hij zijn oude trainingsvrienden volledig uit het oog verloren is. De vraag of hij nog eens mee zou kunnen met toppers als Mathieu van der Poel, doet hem glimlachen.
“Dat zou nog kunnen, denk ik. À bloc bergop zou me dat natuurlijk niet lukken, maar ik kan nog altijd 100 à 150 kilometer met hen fietsen. Ik zou daarna goed kapot zijn, maar ik zou zeker kunnen meefietsen.”
Vandaag bepaalt zijn werk vooral de planning van zijn trainingsdagen. Daardoor is het moeilijker om vaste afspraken te maken met renners. “Als ik in België ben, pas ik mijn dagen aan aan mijn werk. Daardoor is het sporadisch dat ik echt met iemand ga fietsen,” legt hij uit.
Stan Strubbe