We zijn midden november wat maakt dat het voor de wegrenners momenteel een periode van rust is. Althans, dat zou toch zo moeten zijn. Want volgens Remco Evenepoel wordt deze periode volgens verschillende renners toch verkeerd aangenomen. Al zeker bij de jongere generatie.
LEES OOK: Museeuw ziet hiaat in carrière Evenepoel: “Niet compleet”
Steeds vroeger aan de topVolgens Evenepoel een gevolg van het feit dat het wielrennen alsmaar veeleisender wordt. Iets dat hij uiteraard als geen andere kan beoordelen. “Op het EK trapte ik, met een daggewicht van 63,5 kilogram, gedurende vijf uur gemiddeld 306 watt! Don’t try this at home, want dan val je gewoon van je fiets. In ons geval gebeurt dat in bepaalde periodes dus weekend na weekend na weekend.”
En dat heeft ook gevolgen voor de jongere renners, zo ziet Evenepoel: “Die evolutie zet zich ook door bij de jeugd. Ze kopiëren alles, tot zelfs hoogtestages toe. Neoprofs hebben geen 10% groeimarge meer, omdat ze al té extreem hebben getraind, gekoerst en gedieet bij de junioren en U23.”
Renners sluiten dan ook steeds vroeger aan bij de top, maar Evenepoel ziet dit allesbehalve als een goede evolutie: “Op termijn zal dat leiden tot een daling van het algemene niveau. En steeds kortere carrières”, oordeelt hij immers bij HLN. “Je kan een lichaam niet blíjven pushen tot het uiterste.”

Een foute evolutie
De wereldkampioen tijdrijden staaft zijn bevindingen ook met een voorbeeld van een collega. Hij verwijst hierbij naar een trainingsrit van Paul Seixas, het nieuwe Franse supertalent. “Gezien, dat ‘Alpenritje’ van Paul Seixas op 19 oktober? Vertrokken om 3 uur ’s nachts voor 323 kilometer en ruim 8.000 hoogtemeters.”
Iets waar Evenepoel zich onverbloemd stevige vragen bij stelt: “‘Ideaal om het seizoen mee af te sluiten’, klonk het. Allez komaan, jongens: da’s goed om in het ziekenhuis te belanden. Maar zo zit die nieuwe generatie jongeren dus in elkaar”, klinkt het kritisch.
Kevin De Jonghe