Lefevere deelt harde sneer uit: "Strontvliegen en aasgieren"

Het gespreksonderwerp van de week was sowieso de (vermeende) interesse van INEOS voor goudhaantje en wereldkampioen Remco Evenepoel. Patrick Lefevere zag het allemaal met lede ogen aan maar schepte in zijn column van Het Nieuwsblad wel meteen duidelijkheid omtrent de toekomstplannen van zijn renner.

De manager van Quick-Step gaf eerder al aan dat hij zich 'geen moment' zorgen maakte omtrent de trouw van Evenepoel aan The Wolfpack maar toch zal Lefevere minstens even gevreesd hebben voor een vertrek van de wereldkampioen. INEOS heeft immers een pak meer financiële middelen en lijkt van plan om na een 'minder' seizoen keihard terug te slaan komend seizoen.

Dat zal het dan wel moeten doen zonder een transfer van Evenepoel, daar was Lefevere duidelijk in. "Die vermeende interesse voor Remco is een storm in een glas water of een scheet in een fles, zoals je het maar wil noemen. Het belangrijkste is dat Evenepoel een renner van Quick-Step is en dat zal ook de komende jaren zo blijven". Zo maakte Lefevere meteen komaf met de hardnekkige geruchten, al gaf hij ook aan dat er zeker interesse is voor de wereldkampioen.

VERHAAL VAN 10 EN 90 PROCENT
Eerder deze week dineerde Lefevere samen met Remco en Patrick Evenepoel, daar was de media één van de gespreksonderwerpen. Waarop gaan we in de toekomst ‘ja’ zeggen en waarop ‘neen’. Sowieso zal dat een verhouding tien procent – negentig procent worden. De voorbije week was geen aanbeveling om heel open te zijn richting pers. Met permissie: journalisten zijn lui geworden. Eén medium schrijft over Ineos en iedereen volgt. Hoe zwaar het uitgangspunt weegt, is kennelijk niet van tel.
"Conclusie van het verhaal is dat deze week duidelijk gemaakt heeft dat we vanaf nu met de vliegenmepper rond Remco gaan moeten hangen. Om alle strontvliegen en aasgieren van hem af te houden. Wie denkt mee aan tafel te schuiven of te schuimen zonder te betalen, die zal eraan zijn voor de moeite. ”Zo klonk het met een felle sneer richting de media.