WN Redactie
Olav Kooij klinkt uitgeslapen, scherp en vooral opgelucht nu hij zijn eerste weken bij Decathlon CMA CGM achter de rug heeft. Voor het eerst in zijn carrière verlaat hij het vertrouwde Visma-nest, voor het eerst krijgt hij een ploeg die volledig rond zijn sprint wordt gebouwd, en voor het eerst mag hij openlijk dromen van een rol in de klassiekers én de Tour de France. “Het voelt echt als een nieuwe start,” zegt hij, en alles in zijn houding bevestigt dat.
Een eigen sprinttrein, een eigen koersplan
Decathlon CMA CGM heeft stevig geïnvesteerd om Kooij de omkadering te geven die hij bij Visma nooit op deze schaal zou krijgen. Cees Bol, Robbe Ghys, Daan Hoole… het is een trein die op papier al richting een ritoverwinning dendert. Kooij had daar zelf een stem in. “Je kijkt samen naar de juiste mensen. In de sprint is de voorbereiding zó belangrijk. We willen bouwen aan een vaste kern om die sprints te optimaliseren.” Bij Visma was de focus op het klassement te groot om die luxe te bieden; hier mag hij eindelijk sprintleider zijn, niet bijzaak.
En dus voelt hij zich meteen op zijn plek, zelfs al is het zijn eerste ploegwissel sinds de beloften. “Het is een stap uit de comfort zone, maar tot nu toe voelt het heel goed aan. De ploeg sluit precies aan bij de ambities die ik zelf heb. Hopelijk kunnen we aan iets moois bouwen.”
Groene dromen in de Tour
De ploeg-CEO gooide tijdens de presentatie de knuppel meteen in het hoenderhok: Decathlon CMA CGM wil met Kooij naar de groene trui. Kooij glimlacht als dat ter sprake komt — niet van ongeloof, maar van herkenning. “Dat is ook wel persoonlijk een droom,” geeft hij toe. “In eerste instantie is het doel natuurlijk een rit winnen, maar hopelijk komt daar later een serieuze kans op de groene trui bij.”
Het is dan ook logisch dat hij de stap naar de Tour zet. Na jaren waarin de Giro zijn sprintlaboratorium was, voelt 2026 als het juiste moment om door te groeien. “De Tour was de vervolgstap. Dit is het juiste moment.”
Via de UAE Tour werkt hij richting het Openingsweekend, daarna volgt Parijs–Nice als laatste test voor de klassiekers. En in dat voorjaar wil hij zich tonen zoals hij dat de voorbije seizoenen al deed: op plekken waar snelheid en positionering het verschil maken. “Gent-Wevelgem en De Panne zal ik zeker rijden. Milaan-San Remo noem ik niet bewust, maar de klassiekers die in een sprint kunnen eindigen blijven mijn focus.”
Kooij weet dat Decathlon CMA CGM in het voorjaar niet de absolute wereldtoppers heeft, maar wel de breedte om scenario’s te controleren. Namen als Tiesj Benoot kleuren zijn vertrouwen. “In de finale kunnen we met sterke mannen aanwezig zijn. Daar liggen kansen.”
Een nieuwe ploeg, een nieuwe trein, een nieuwe Tour-ambitie — Kooij heeft alles gevonden waar hij naar op zoek was. “Hopelijk krijgen we het vroeg op de rails,” zegt hij. Maar de glimlach waarmee hij het uitspreekt, verraadt dat hij eigenlijk al weet dat het goed zit.
