Thymen Arensman blijft verbazen in deze Tour de France. Na zijn triomf in Superbagnères pakte de Nederlander in La Plagne ook nog eens zijn tweede ritzege — deze keer niet vanuit een ontsnapping, maar ten koste van de grootste klassementsmannen van het peloton. Zijn reactie? Moe, verbaasd, maar vooral: sprakeloos van geluk.
LEES OOK: Arensman houdt favorieten af en wint op La Plagne
Opnieuw geschiedenisHet was 2002 toen Michael Boogerd in La Plagne als laatste Nederlander de armen in de lucht mocht steken. 23 jaar later is het Thymen Arensman die op diezelfde klim uit het zadel ging en niet meer terugkeek. “Ik zit stikkapot,” stamelde hij meteen na de finish, waar hij letterlijk leeggereden neerplofte. “Maar ik kan dit gewoon niet geloven. Eén rit winnen was al gek. Maar dit…”
Zijn eerste overwinning in deze Tour boekte Arensman nog vanuit een vroege vlucht. Deze keer klopte hij ze allemaal op waarde. Pogacar. Vingegaard. Lipowitz. De hele top 5 van het klassement beet in het stof op La Plagne. “Tadej en Jonas zijn aliens,” lachte Arensman. “En dan sta ik daar… als een sterveling.”
Plan Arensman
De 25-jarige INEOS-klimmer bereikte samen met ploeggenoot Tobias Foss de voet van de slotklim. “Ik zei tegen hem: ik ga proberen te volgen, maar je hoeft niet op mij te wachten. Morgen is jouw kans.” Dat bleek achteraf een gouden keuze: Arensman voelde zich goed, bleef in de groep der favorieten, en greep zijn moment toen Pogacar en Vingegaard naar elkaar bleven kijken.
“Ik dacht: als ze even pokeren, moet ik gaan. Dat was het plan, maar dat het zo zou uitpakken… Het voelt alsof ik aan het dromen ben.”
In z'n eentje
Arensman sprong weg, Pogacar en Vingegaard twijfelden, en voor de tweede keer deze Tour was de Nederlander oppermachtig. “Op de klim voelde ik dat ik controle had. Niet gemakkelijk, maar ik wist: zolang ik geen fout maak, komen ze niet terug.”
En dat gebeurde ook niet. Zelfs toen Pogacar het tempo verhoogde in de laatste kilometer, bleef Arensman uit de greep. “Dat ik ze echt klop, in een rechte lijn naar boven, in mijn eentje… Dat is gewoon te gek. Niet normaal. Echt niet.”