Johan Bruyneel is al jarenlang persona nog grata in vele programma’s die rond het wielrennen draaien. Ook mensen van binnen het wereldje zouden hem liever niet zien komen. Maar kijk, er was donderdag tijd voor misschien wel een vergifenis. Dat heeft hij te danken aan zijn passage bij Vive le Vélo.
LEES OOK: Drama achter de schermen bij Vive le Vélo
Geen pariaHet was vreemd opkijken toen de naam van Bruyneel werd aangekondigd. En presentator Karl Vannieuwkerke wachte niet om de spreekwoordelijke olifant in de kamer te benoemen. Bruyneel werd meteen geconfronteerd met zijn verleden, ook met de bedoeling om daar zelf op een serene manier te kunnen op reageren, wat de ex-ploegleider ook deed.
Voelde hij zich bekeken in het Tour-dorp? “Neen, eigenlijk niet. Het was plezant, al is een dag of twee genoeg. Maar het leek alsof ik nooit weggeweest was. Ik voelde mij geen paria. Het is 14 jaar geleden dat ik in de Tour was en het was leuk om er weer in te zitten. Ik denk dat iedereen kind is van zijn tijdperk”, begon Bruyneel.
Bruyneel ziet fouten in
Om vervolgens al even razendsnel over te schakelen naar de bewuste dopingperiode met US Postal en Lance Armstrong. Dat dopingverhaal is bekend en beschimpt, maar wat de mensen toen voornamelijk tegen de borst stootte: de arrogantie van alle mensen – Bruyneel inclusief – binnen de ploeg.
Na Tom Waes opnieuw een ‘persona non grata’ die aan de tafel van Karl schuift. Kampioen van zijn tijd, benoemt de zaken van zijn tijd, immense kenner, prachtige podcaster.
— Kenneth De Vlieger (@Kennethdv) July 17, 2025
HET.WERD.TIJD dat hij aan tafel mocht schuiven! Al was Stampcafé Koers eerst 👌🏼 @Vivelevelo_be #Bruyneel pic.twitter.com/4yTBXvb8UP
Daarover slaat hij mea culpa. “Dat was zeer mis. We leefden in onze bubbel van de Tour winnen en daar moest alles voor wijken. Dat is zeer verkeerd en daar hebben we lessen uit getrokken”, ging Bruyneel door het stof. “We zaten in de roes van winnen, winnen, winnen en ontastbaarheid. Als ik daar nu op terugkijk, denk ik wel dat we dat soms voelden. Al denk ik niet dat ik ooit echt een slecht mens was.”
Maar die Tourzeges, die blijven wél bestaan, is Bruyneel overtuigd. “Op de erelijst zie ik Lance Armstrong 7 keer met een sterretje achter zijn naam staan, maar waarom staat dat niet bij de rest van het klassement? Iedereen binnen het milieu weet wat er gaande was tijdens dat tijdperk. Dat waren toen de ongeschreven regels van het spel. En in dat spel waren we de beste."