Het was genieten van begin tot eind in de elfde etappe van de Tour de France. Een rit vol spektakel, het feit dat Mathieu van der Poel en Wout van Aert mee in de finale zaten maakte het gegeven alleen maar interessanter. Uiteindelijk was het wel een ijzersterke Noor die met de zege ging lopen.
LEES OOK: Strijd eindigt in vrede: Van Aert en Van der Poel tonen ware klasse
Te lang gewachtJonas Abrahamsen was de eerste aanvaller van de dag, en uiteindelijk ook de overwinnaar. Al kunnen er toch wel vragen bij worden gesteld waarom Van Aert en Van der Poel nooit tot bij de kopgroep zijn geraakt. Was de samenwerking niet top, of waar lag het allemaal aan? De Kempenaar liet het achterste van zijn tong niet zien, maar insinueerde toch teveel ‘getalm’ in de achtervolging.
“Met Mathieu in de groep is het op twee gedachten hinken, je wil ook nog iets overhouden. Maar ik had een vermoeden dat hij op de slotklim nog iets ging proberen. Dat bleek: hij zette alles op die laatste beklimming. Maar uiteindelijk kwam ook hij tekort. Achteraf bekeken hadden we vroeger moeten proberen de kloof te dichten”, klonk het bij Van Aert.
Op de bagagedrager
De kwestie waarom de kloof niet kon worden gedicht kwam ook in Vive le Vélo op tafel, waar onder meer Sven Vanthourenhout te gast was. "Het waren uiteraard ook gewoon vijf sterke renners die vooraan reden, maar in die achtervolgende groep zit je daar natuurlijk met Van Aert en Van der Poel", zag hij daar meteen een probleem.
“Dan zit je toch in een aparte situatie met die twee”, beseft Vanthourenhout als geen ander dat de eeuwige rivalen zeker bij de anderen voor een bepaalde koersinsteek zorgen. “Want rijden die andere drie dan wel echt vol mee?”, stelde hij zich luidop de vraag.
Dat was volgens Vanthourenhout niét het geval, zonder daarbij Van Aert of Van der Poel te viseren. Hij keek voornamelijk in de richting van de twee renners die niet uit de lage landen kwamen (ook De Lie zat in die groep, nvdr). “Ik had de indruk dat Axel Laurence niet altijd vol reed”, stelde hij over de Fransman. “En dat gevoel had ik eigenlijk ook bij Quinn Simmons.” Die laatste werd ook al geviseerd door Adrie van der Poel.