Nadat ze beiden in de vlucht waren geraakt leek het haast een zekerheid dat ofwel Wout van Aert ofwel Mathieu van der Poel zou triomferen in de elfde etappe van de Tour de France. Niets daarvan, al kwam de Nederlander nog wel bijzonder dicht. Uiteindelijk zou hij op amper 7 seconden stranden van winnaar Jonas Abrahamsen.
LEES OOK: Strijd eindigt in vrede: Van Aert en Van der Poel tonen ware klasse
Profiteurs aan boordVoor Van Aert was het alvast duidelijk: ze hadden de sprong – lees: ook beter moeten samenwerken – al moeten maken vóór die laatste steile klim. Daar maakte Van der Poel zijn move, en leek hij richting het kopduo te stomen. Vader Adrie van der Poel trachtte te analyseren waar het dan precies fout was gelopen, en zag dat er eentje was die te veel probeerde te profiteren.
“Dat de vijf vooraan net zo hard reden als de vijf erachter. Dat de twee sterksten samen met Matje één, twee en drie worden”, begint Adrie zijn verhaal, om vervolgens één medevluchter te viseeren. “Hij heeft het misschien een klein beetje laten liggen, maar je ziet dan ook coureurs die niet vol rijden: Quinn Simmons van Lidl-Trek, die dan zelf gaat”, aldus Van der Poel sr.
“Dan weet je dat de organisatie volledig weg is. Je moet eerst samen dat gat dichtrijden, waarna er een nieuwe koers begint. Nu rijd je eigenlijk de saamhorigheid kapot en je komt er zelf ook niet bij”, klinkt het toch niet al te mals tegenover Wielerflits.
Indrukwekkende Mathieu
Volgens vader Van der Poel had Mathieu nog een kans gehad indien de finale iets technischer was geweest, iets wat niet echt het geval was. Maar toch wil die het voornamelijk positief bekijken. “Hij zal teleurgesteld zijn, maar ik denk dat hij vooral moet kijken hoe hij die tweede week ingaat. Hij heeft de eerste week aanvallend gekoerst, maar is toch redelijk hersteld.”
Dat belooft nog wel wat goeds, zo denkt Adrie. “Er komen nog wel een paar mooie etappes aan.” En hoe beoordeelt hij de Tour van zijn zoon in het algemeen tot nog toe? Bijzonder positief, zo blijkt. “Ik denk dat je hem wel een 8,5 op 10 mag geven, misschien 9 op 10.”