Ze dragen een bekende naam, hebben wielerbloed door de aderen stromen en dromen stiekem van een profcarrière. Toch lijkt het voor Devon en Mageno Planckaert, de oudste kleinzonen van Eddy Planckaert, niet evident om door te breken in het profpeloton. Maar dramatisch vinden ze dat allerminst. “De koers maakt hen sterker als mens”, zeggen papa’s Francesco en Christopher.
Geen resultaten, wel karakter
Op sociale media toonde Francesco zich onlangs trots met een foto van zijn 19-jarige zoon Devon, die nu eerstejaars belofte is. En hoewel hij meermaals aan de start kwam van een koers, is de uitslag vaak ‘DNF’. Maar dat lijkt het enthousiasme niet te temperen. “De resultaten zijn inderdaad nog niet wat ze moeten zijn, dat weet Devon zelf ook”, aldus Francesco. “Maar hij doet alles voor zijn sport. Hij combineert zijn opleiding tot fietsenmaker met werk bij Decathlon en traint ’s avonds nog eens. Niet evident, maar hij blijft volhouden.”
Blessures gooiden eerder roet in het eten, net als een hardnekkige knieproblemen, maar Devon heeft zijn droom nog niet opgeborgen. “Hij wil sportman zijn en gezond leven. En als hij daar ooit zijn beroep van kan maken, zal hij die kans grijpen. Maar hij zet niet alles op de koers alleen: hij werkt, studeert en wil ook voedingsdeskundige worden.”
Ook muziek speelt een rol in zijn leven. Met zijn vader en broer vormt hij een band, die binnenkort meerdere optredens op de planning heeft. “We willen van dorp tot dorp trekken met een bus en optreden. Een soort rock-’n-roll on wheels.”
Mageno: rustig groeien
Bij neef Mageno (17) is het verhaal vergelijkbaar. Hij studeert voor schrijnwerker, volgt stages en traint daarnaast zes keer per week. “Hij is geen toprenner, maar hij heeft een goede motor en toont karakter”, aldus papa Christopher. “Hij wordt beloond met selecties, mag mooie koersen rijden en leert zichzelf beter kennen.”
Bij ploeg CC Chevigny krijgt hij tijd om te groeien. “Er is geen druk, het is belangrijk dat ze vooral plezier beleven aan het fietsen. De kans dat zelfs maar één van die jongens prof wordt, is klein. Maar daar gaat het ook niet om. Het doel is dat hij opgroeit tot een fijne jongeman. Winnen is leuk, maar karakter vormt je als mens.”
“De droom is er”
Dat Francesco zijn zoon een “twee procent kans” toedicht om prof te worden, zegt genoeg over de nuchtere blik van de familie. Toch leeft de droom, al is die ondergeschikt aan persoonlijke ontwikkeling. Wielrennen is meer dan een sport voor de Planckaerts: het is een levensschool. De jongste generatie weet inmiddels wat afzien is. En mocht het ooit toch gebeuren, dat een van hen alsnog de stap zet naar het profpeloton? Dan zal dat niet dankzij de naam zijn, maar dankzij doorzettingsvermogen. En misschien een vleugje rock-’n-roll.