Demi Vollering heeft in de Ronde van Zwitserland geen vleugels gekregen richting de Tour de France Femmes. Ondanks een tweede plek in het eindklassement, overheerste na de slotrit vooral frustratie en vermoeidheid. De Nederlandse toprenster voelde zich vanaf het begin van de ronde niet goed, en moest op de laatste dag buigen voor het geweld van Marlen Reusser.
Alarmbel na indrukwekkend voorjaar
Na een indrukwekkend voorjaar, waarin ze onder andere de Vuelta, de Ronde van het Baskenland én de Ronde van Catalonië op haar naam schreef, leek Vollering op weg naar een naadloze voorbereiding richting haar hoofddoel van het seizoen: de Tour de France Femmes. Maar in Zwitserland liet haar lichaam iets anders zien.
“Ik ben leeg,” verzuchtte ze na haar aankomst in Küssnacht. “Ik kijk ernaar uit om hier in het meer te springen en daarna naar huis te gaan om eindelijk wat te rusten.” De renster van FDJ-Suez was zichtbaar aangeslagen na haar derde plek in de slotrit en tweede plek in het eindklassement. Reusser bleek die dag simpelweg te sterk.
Lichaam trekt aan de noodrem
De fysieke tekenen van uitputting zijn volgens Vollering niet nieuw. Ze voelde zich al van bij de start van de koers niet in topvorm. “Ik heb iedere dag mijn best gedaan, maar telkens als ik moest doortrekken, voelde ik me leeg.” Volgens haar zou een virus de oorzaak kunnen zijn: “Mijn kamergenote Elise Chabbey zag er vandaag ook helemaal door. Misschien zit er iets in ons lichaam dat ons parten speelt.”
Ondanks haar indrukwekkende reeks zeges in het voorjaar, erkent Vollering dat haar lichaam nu zijn grens bereikt heeft. “Blijkbaar was dit de koers te veel. Dat weet je pas als het gebeurt. Nu is het belangrijk om écht rust te nemen.”
Met de Tourstart op 26 juli in zicht, lijkt een rustperiode nu onvermijdelijk. De verwachtingen rond Vollering blijven torenhoog, maar Zwitserland heeft vooral aangetoond dat zelfs een topfavoriete soms pas op de plaats moet maken.