UAE Emirates XRG greep in de Giro d’Italia net naast de eindzege. Isaac Del Toro reed bijna twee weken in het roze, maar moest zaterdag op de Colle delle Finestre zijn meerdere erkennen in Simon Yates. Ploegbaas Mauro Gianetti toonde zich bij Eurosport realistisch: “We hadden deze Giro kunnen winnen.”
Volgens Gianetti was de laatste bergetappe het kantelpunt. “Daar hadden we het beter kunnen doen, dat is duidelijk. Maar achteraf is het altijd makkelijker oordelen. We moeten trots zijn op wat we hebben laten zien. Zoveel dagen hebben we deze koers gecontroleerd, dat verdient waardering. En bovendien: Isaac heeft zichzelf hier ontdekt. Wij hebben een nieuwe kampioen gezien.”
‘In koers voelt alles anders’
Toch waren er vragen over de tactiek. Waarom kreeg Yates ruimte? En waarom kwam er vanuit de UAE-hoek nauwelijks steun toen Del Toro geïsoleerd raakte? Gianetti nuanceerde: “Iemand in de vlucht had kunnen helpen, maar zo’n renner als Wout van Aert is er maar één. Tijdens de klim had Isaac misschien Carapaz kunnen helpen, maar hij zat ook echt op zijn limiet. Als de adrenaline zakt, denk je dat je meer had moeten doen. In koers is dat anders.”
Simon Yates kreeg van Gianetti alle lof. “Zijn prestatie was gewoon geweldig, daar moeten we eerlijk in zijn. Onze vermogensdata toonden aan dat Isaac ook op topniveau zat. Maar dat was niet genoeg. Misschien had een extra pion het verschil kunnen maken, als die optie er was geweest.”
Geen Tour, wel toekomst
Een herkansing in de Tour zit er niet meteen in. “Hij is pas 21. We hebben als ploeg de verantwoordelijkheid om hem rustig te brengen. Dit was al een grote stap. Net als bij Ayuso willen we jonge renners de tijd geven om te groeien. Isaac heeft nu een nieuwe status bereikt, dat realiseert hij zich zelf ook. En die motivatie voor volgend jaar is er al.”
Voor UAE blijft het dus bij een leerzame Giro, waarin de overwinning binnen handbereik was, maar net werd gemist. “We hebben veel geleerd, als team én als individu. Deze ervaring nemen we mee. En Isaac? Die komt sterker terug. Dat geloof ik absoluut.”