Mads Pedersen moest dinsdag af en toe even passen in de vierde etappe van de Giro d’Italia. De Deen, tot dusver dé man van de openingsdagen met twee ritzeges, werd onderweg tot twee keer toe opgehouden door valpartijen en kon in de finale geen rol van betekenis spelen. Desondanks behield hij het roze en ook zijn leidende positie in het puntenklassement.
Verraderlijke finale
“De finale was echt verraderlijk”, vertelde Pedersen kort na afloop. “Zoveel bochten, smalle wegen en frisse benen… dat levert altijd chaos op. Søren Kragh Andersen ging onderuit, waardoor ik vol in de remmen moest. Daan Hoole bracht ons daarna nog goed terug, maar de trein was wel uit elkaar gevallen. Dat kost veel energie.”
Bij Cycling Pro Net gaf de Deen een iets langere toelichting. “Søren zou mijn laatste man zijn, dus dat was echt een aderlating. Daan had een belangrijke rol in het technische deel, maar daarna was het even ieder voor zich. Mathias Vacek had ook al veel gegeven, dus ik zat er wat verloren bij. Ik hoop dat Søren er zonder erg van afkomt.”
Sprint met lege benen
Pedersen bevond zich met nog twee kilometer te gaan op een kansloze positie. “Ik zat ergens in veertigste, misschien vijftigste positie. Ik moest al hard werken om weer op te schuiven. Op 1200 meter van de streep kon ik nog heel even herstellen, maar toen had ik eigenlijk al te veel gegeven.”
Toch probeerde hij het nog. “Ik kreeg ruimte, maar de benen waren niet meer goed genoeg. Een sprint met frisse benen na een makkelijke etappe ligt me sowieso niet, en dit was verre van ideaal. Het was gewoon een lastige dag.”
In het klassement blijft Pedersen voorlopig fier aan de leiding, al is zijn voorsprong op Primož Roglič met twee seconden geslonken tot zeven. In de strijd om de paarse trui staat hij nog altijd ruim voor op Olav Kooij, die op 31 punten volgt.