Mathieu van der Poel heeft zijn favorietenrol in de Ronde van Vlaanderen meer dan waargemaakt. De Nederlander van Alpecin-Deceuninck zette de Hoogmis naar z'n hand na een solo van maar liefst 45 kilometer. Dat belooft voor Parijs-Roubaix!
Van der Poel trok na zijn overwinning in Vlaanderens Mooiste meteen naar Spanje om er zich voor te bereiden op de Helleklassieker van komende zondag. De wereldkampioen is ook in het Franse Monument torenhoog favoriet voor de eindzege.
"Vorig jaar waren we één en twee, wat bewijst dat de wedstrijd binnen onze mogelijkheden ligt”, aldus een bescheiden Christoph Roodhooft bij Het Laatste Nieuws. “We hebben vorig jaar niet veel tegenslag gehad, laten we hopen dat we op dezelfde manier onze sportieve waarde kunnen tonen. We hebben een wereldkopman, met daaronder Jasper Philipsen die ook een heel speciale renner is in dit soort wedstrijden.”
Kritiek
En toch vindt de ploegbaas van Alpecin-Deceuninck het vreemd dat zijn team al heel het seizoen lang kritiek te verwerken krijgt. "Ik snap de kritiek niet goed. We hebben al vaker bewezen dat onze ploeg voldoende sterk is op de momenten die ertoe doen - aan de voet van de Poggio waren we ook met genoeg volk. Wij kunnen minder schaken zoals Visma of Lidl-Trek, dat weten we ook, maar wij hebben een kopman die zij niet hebben.”
“Wat wij doen, is situaties proberen te creëren waarbij de individuele waarde van Mathieu tot zijn recht komt", ging Roodhooft verder. "We willen niet dat Mathieu in een positie komt waarbij mensen van hem kunnen profiteren. We willen niet dat hij kopwerk moet doen terwijl tegenstanders in het wiel kunnen blijven zitten.”