Met het wereldkampioenschap veldrijden in zich wordt Mathieu van der Poel – nog meer dan anders – aangeklampt langs alle kanten. Ook tegenover Humo gaf de Nederlander een uitgebreid interview.
Daarin ging het uiteraard ook over de voorbije crosswinter, en het aankomende WK in Tabor. Maar de renner Van der Poel is de cross intussen uiteraard ontgroeid, en liggen de belangrijkste doelen straks op de weg. Daar hoopt de wereldkampioen zijn wonderjaar van 2023 nog eens losjes over te doen. Hij heeft er zelf alle vertrouwen in dat dit kan lukken.
“Ik heb het gevoel dat ik nog altijd stappen zet. Maar dat is nodig, want de rest zit ook niet stil”, getuigt Van der Poel. “Ook tijdens de testen van afgelopen winter heb ik opnieuw mijn records gebroken en mijn hoogste waarden aller tijden laten optekenen”, waarschuwt hij alvast de concurrentie.
En als we spreken over concurrentie hebben we het in eerste instantie uiteraard ook over Wout van Aert. Gevraagd naar hoe hij zijn grootste concullega zou omschrijven in één woord slaat Van der Poel de nagel op de kop. “Karakterkop”, klinkt het overtuigend. Tadej Pogacar ziet hij dan weer als ‘Speelvogel’, en Jasper Philipsen als ‘Warhoofd’. Zichzelf omschrijft hij als ‘Hongerig’.
VRIENDEN MET REMCO
Niet dat de band met Van Aert slecht is, maar het blijven uiteraard wel elkaars grootste uitdagers. Dat is anders in het geval van Remco Evenepoel. De voorbije maanden bleek dat Van der Poel het bijzonder goed kan vinden met de Belgische kampioen. Al heeft hij geen idee hoe dit eigenlijk komt.
“Goeie vraag. Het is niet dat we veel gedeelde interesses hebben: hij crost niet”, lacht de Nederlander. “We maken veel plezier op de fiets. Misschien helpt het dat we geen rechtstreekse concurrenten zijn. We hebben al afgesproken dat ik de Ronde van Vlaanderen eens een jaartje zal overslaan als hij zijn kans wil wagen. Op voorwaarde dat hij dan Luik-Bastenaken-Luik skipt”, knipoogt Van der Poel.