Mathieu van der Poel was zatermiddag helemaal klaar met enkele boeroepers en trakteerde hen op een rake fluim. Niels Albert heeft alle begrip voor die reactie.
De wereldbekermanche in Hulst is helemaal uit de hand gelopen. Er vonden tal van incidenten plaats, maar het absolute dieptepunt was toch wel het groepje Belgen dat met bier en urine naar Mathieu van der Poel gooide. De wereldkampioen reageerde in de slotronde door op hen te spuwen.
Op sociale media kon Van der Poel op veel begrip rekenen. Anderen vinden dan weer dat een profrenner zich te allen tijde moet kunnen beheersen. Niels Albert, die tijdens zijn carrière zelf ook wel eens zijn zelfcontrole verloor, verdedigt Van der Poel.
"Het is makkelijk gezegd dat Mathieu zich had moeten beheersen", zegt Albert aan Het Laatste Nieuws. "Als sporter bevind je je in zo’n situatie altijd in de zwakste positie. Je kunt niet stoppen in volle koers en ‘die mannen achter den draad’ weten dat. Dat maakt hen extra stoer."
"Een ‘boe’ is dan, met enkele pinten teveel op en elkaar uitdagend en opjuttend, heel gauw geroepen. In het geniep, weliswaar. Want de ballen om dat te doen aan de mobilhome van Mathieu van der Poel, ontbreken hen op zo’n moment. Tegen dan zijn ze al lang afgedropen, terug naar moeke thuis. Zo groot en moedig is dat volkje."
Druppel
"Compleet van het paadje zijn we als er urine bij te pas komt. Dat is verdorie toch niet meer normaal? Of leven we nog in de Oertijd of de Middeleeuwen misschien? Dan ga je, zoals Mathieu, door het lint. Het is de druppel die je frustratie naar een hoogtepunt stuwt en je potje laat overkoken. In een impuls reageer je. Fluim. Alle begrip."
Albert zou zelf van zijn fiets gestapt zijn en uitgehaald hebben naar de urinegooiers. "Zoals we Richard Groenendaal en Bart Wellens ooit hebben zien doen. Het zou sterker dan mezelf zijn geweest, vrees ik. Er zijn grenzen, hé."
Zatte apen
Tot slot zet Albert de urine- en biergooiers nog eens stevig op hun plaats. "Het zijn enkele zatte apen die op de achterste rij stonden toen het verstand werd uitgedeeld. Zelf heb ik me daar altijd volgend type bij voorgesteld: mannen die eens buiten mogen en hun goesting kunnen doen omdat ze thuis zwaar onder de sloef liggen en onder een dekentje in de zetel over madams been moeten zitten strelen."