"Ik hoef geen schrik te hebben om vroeg te koersen en ik heb mijn goeie finish achter de hand. Ik hoef me dus niet vast te pinnen op één scenario”, zegt Van Aert tegenover Sporza. Het parcours is hem ook niet onbekend. "Dat heeft vooral met dit parcours en mijn ervaring van het EK in 2018 te maken. Toen scheurde het vrij simpel, reden we vroeg weg en was de koers gereden.” Van Aert pakte toen het brons, na Trentin en Van der Poel.
De bronzen medaille van 2018 verwacht zelfs een spervuur aan aanvallen. "Ook andere landen zullen de koers vroeg openen. Je bent snel uit het zicht. Veel renners zullen voor de aanval kiezen." Maar enkel de meer technische renners maken écht kans, denkt Van Aert. “Het is geen nadeel als je goed een bocht kunt nemen. Ik zeg het anders: als je niet kunt sturen, is het moeilijk om dit WK te winnen.”