Het is 1 november, en dus Allerheiligen. Voor de wielerfans heeft dit echter toch een andere betekenis. Namelijk de datum van de Koppenbergcross in Melden. Voor velen ook de eerste échte belangrijke afspraak van het seizoen. Zo was dat ook het geval voor Sven Nys.
Dat doet de inmiddels ex-crosser en ploegleider uit de doeken tegenover Het Nieuwsblad. Nys plaatste zijn laatste aanval richting de zege daar ook steeds op een specifiek moment, wat meestal resulteerde in de overwinning. Tot ene Wout van Aert kwam piepen. “Zeker weten. Ik werd daar de eerste keer echt geconfronteerd met Wout van Aert. Ik had onmiddellijk het gevoel van: ‘hola, dit is geen gewone!’”
Die wist Nys op zijn favoriete terrein zelfs meteen te kloppen. “Ik heb daar alle generaties moeten kloppen: van Richard Groenendaal over Bart Wellens, Zdenek Stybar, Lars Boom en uiteindelijk ook in duel moeten gaan met Wout van Aert. Maar hij won van mij in de sprint.”
"Boven op de klim had ik zoals gewoonlijk mijn aanval geplaatst, maar Wout loste gewoon niet! Dat was de allereerste die me daar volgde. En dan kwam die spurt. We draaiden de weg naar de finish op en ineens zat de gedubbelde Jan Denuwelaere ertussen. Ik was uit mijn lood geslagen. Al hoor je me niet zeggen dat ik anders had gewonnen.”
THIBAU
Het mag duidelijk zijn: deze cross heeft veel emotionele waarde voor Nys. Het zou hem dan ook wat doen mocht zijn zoon Thibau hier ooit meedoen om de knikkers. “Hij is wel nog jong. Op termijn denk ik dat dit parcours hem goed gaat liggen. Hij klimt goed. Hij stuurt goed. Hij heeft een punch in huis, maar ik denk dat hij nu nog een klein beetje te licht gaat uitvallen. Het zou mij wel wat doen indien Thibau op een dag meespeelt voor de zege op de Koppenberg. Stel je voor dat dit ooit mag gebeuren, dan weet ik niet of ik het droog houd.”
Dat doet de inmiddels ex-crosser en ploegleider uit de doeken tegenover Het Nieuwsblad. Nys plaatste zijn laatste aanval richting de zege daar ook steeds op een specifiek moment, wat meestal resulteerde in de overwinning. Tot ene Wout van Aert kwam piepen. “Zeker weten. Ik werd daar de eerste keer echt geconfronteerd met Wout van Aert. Ik had onmiddellijk het gevoel van: ‘hola, dit is geen gewone!’”
Die wist Nys op zijn favoriete terrein zelfs meteen te kloppen. “Ik heb daar alle generaties moeten kloppen: van Richard Groenendaal over Bart Wellens, Zdenek Stybar, Lars Boom en uiteindelijk ook in duel moeten gaan met Wout van Aert. Maar hij won van mij in de sprint.”
"Boven op de klim had ik zoals gewoonlijk mijn aanval geplaatst, maar Wout loste gewoon niet! Dat was de allereerste die me daar volgde. En dan kwam die spurt. We draaiden de weg naar de finish op en ineens zat de gedubbelde Jan Denuwelaere ertussen. Ik was uit mijn lood geslagen. Al hoor je me niet zeggen dat ik anders had gewonnen.”
THIBAU
Het mag duidelijk zijn: deze cross heeft veel emotionele waarde voor Nys. Het zou hem dan ook wat doen mocht zijn zoon Thibau hier ooit meedoen om de knikkers. “Hij is wel nog jong. Op termijn denk ik dat dit parcours hem goed gaat liggen. Hij klimt goed. Hij stuurt goed. Hij heeft een punch in huis, maar ik denk dat hij nu nog een klein beetje te licht gaat uitvallen. Het zou mij wel wat doen indien Thibau op een dag meespeelt voor de zege op de Koppenberg. Stel je voor dat dit ooit mag gebeuren, dan weet ik niet of ik het droog houd.”