In Parijs is vandaag de 110de editie van de Tour de France voorgesteld. Het parcours van het grootste wielerevenement ter wereld kent dit jaar het startschot in het Baskenland en eindigt traditiegetrouw om de Champs-Elysées. Opvallend is dat er dit jaar maar één tijdrit werd opgenomen in rittenkoers van drie weken.
Vorig jaar ging de Grand Départ door in Denemarken, dit jaar krijgt Spanje de eer om de Tour de France te verwelkomen. Op donderdag 29 juni zullen de ploegen worden voorgesteld aan het Guggenheim Museum in Bilbao, op zaterdag 1 juli gaat de 110de editie van de Ronde van Frankrijk van start aan het San Mames Stadion van Athletic Bilbao.
De eerste etappe werd verreden in en rond Bilbao. De renners krijgen 182 kilometer aan heuvelachtige koers voorgeschoteld met een finale gemaakt voor de punchers in het peloton.
De vierde etappe is opnieuw voer voor de sprint. De renners rijden van Dax naar het autocircuit van Nogaro (182 kilometer).
Op dag vijf rijden de coureurs voor het eerst de Pyreneeën binnen. De renners koersen in totaal maar twee dagen in het Franse gebergte. Tijdens de vijfde etappe rijden ze van Pau naar Lauruns (165 kilometer).
<
Op vrijdag zeven juli volgt er opnieuw een kans voor de sprinters met een korte etappe tussen Mont-de-Marsan en Bordeaux (110 kilometer).
Zaterdag zullen de renners diep moeten gaan want de achtste etappe is de langste in deze Tour de France met 201 kilometer tussen Libourne en Limoges. De rit kan eindigen met winst voor een sprinter, maar evengoed voor een alleskunner als Tadej Pogacar of Wout van Aert.
Op dag negen krijgen we voor het eerst een aankomst bergop met een finish op de legendarische Puy-de-Dôme. De beklimming van Le-Puy-de-Dôme werd 35 jaar lang niet opgenomen in het parcours van de Tour, maar zal in 2023 voor heel wat spanning zorgen.
Maandag 10 juli staat de eerste rustdag ingepland.
Dinsdag komen de renners voor de tiende keer in actie en opnieuw is het aan renners à la Wout van Aert om met de overwinning aan de haal te gaan. Het peloton trekt van Vulcania naar Issiore (167 kilometer) en kan ten prooi vallen aan stevige renners of sprintbommen.
Etappe elf leidt van Clermont-Ferrand, waar de vrouwen van start gaan, naar Moulins (180 kilometer) en eindigt met 1300 meter rechtdoor. Een kolfje naar de hand van de aanwezige sprinters.
Donderdag 13 juli, etappe twaalf: een geaccidenteerde rit. Vooraleer er gesprint kan worden om de zegen zal er eerst stevig wat geklommen moeten worden.
Vrijdag 14 juli staat in het teken van de Franse nationale feestdag en dat wordt gevierd met een stevige koers. De renners trekken door Jura en komen aan op de Grand Colombier. Een korte rit van amper 138 kilometer. Sprinters zullen moeten oppassen voor de tijdslimiet.
In rit 14 rijden de coureurs van Annemasse naar Morzine Les Portes du Soleil (152 kilometer). De Alpen, met vlak voor de aankomst de Joux Plane op bijna 1700 meter hoogte.
Rit 15 betekent de laatste rit in de Alpen met 180 kilometer tussen Les Gets Les Portes du Soleul en Saint-Gervais Mont-Blanc.
Na twee dagen afzien in de Alpen krijgen de renners op maandag 17 juli een tweede, broodnodige rustdag.
Daarop volgt op dinsdag 18 juli de enige tijdrit in deze Tour de France. En niet zo maar één: amper 22 kilometer lang én een klimtijdrit die over onder andere de steile Côte de Domancy trekt.
De 17de rit, op woensdag 19 juli, neemt het peloton mee naar het dak van deze Tour. De renners moeten over de Cole de la Loze (2304m hoog). Daarna volgt een stevige afdaling, maar er moet in de laatste kilometer opnieuw stevig geklommen worden.
Ritten 18 en 19 zijn na enkele dagen in de bergen opnieuw voor de sprinters. Donderdag rijden de coureurs van Moûtiers naar Bourg-en-Bresse (186 kilometer), vrijdag volgt etappe 19 van Moirans-en-Montagne naar Poligny (173 kilometer).
De Tour eindigt in 2023 opnieuw in de bergen, al zij het deze keer de Vogezen. Op zaterdag 22 juli zullen de renners elk greintje energie dat ze hebben nog bijeen moeten schrappen voor de stevige en verraderlijke Vogezen-cols van de Elzas. Er wordt gereden van Belfot naar Le Markstein Fellering (133 kilometer).
Eindigen doen we traditiegetrouw met een rit richting de Champs-Elysées, beginnend in Saint-Quentin-en-Yvelines (115 kilometer). België haalde in het kleine wielerdorpje onlangs nog vier medailles (twee goud, twee brons) op het WK baanwielrennen.