Thymen Arensman kijkt terug op een jaar dat zijn carrière opnieuw definieerde. Twee ritoverwinningen in de Tour de France, een podiumplaats in Parijs–Nice en eindelijk de rust in zijn hoofd die hij jarenlang zocht. Toch vindt de 25-jarige klimmer van INEOS Grenadiers dat zijn briljante seizoen 2025 nóg beter had gekund.
LEES OOK: Cross zonder Van Aert & Van der Poel? 'Hij zit er niet op te wachten'
Van talent naar doorbraakLang was Arensman het eeuwige toptalent dat nét niet alles uit zijn benen haalde. In 2022 won hij ritten in de Ronde van Polen en de Vuelta a España, en hij finishte zelfs als vijfde in het eindklassement van die Vuelta. Een overstap naar INEOS Grenadiers volgde, waar hij twee keer zesde werd in de Giro d’Italia. Knap, maar niet genoeg voor iemand met zijn motor.
Voor het seizoen 2025 gooide Arensman het roer om. Hij nam een nieuwe coach, veranderde zijn trainingsschema en legde de lat mentaal lager. “Uiteindelijk is het ook maar wielrennen,” vertelt hij aan Helden Magazine. “Het is een belangrijke bijzaak, maar wel een bijzaak. Door het niet meer als hoofdzaak te zien, kreeg ik vrijheid terug.”

Vrijheid brengt zeges
Die nieuwe houding wierp vruchten af. In de Tour de France reed Arensman bevrijd, en dat leverde twee ritzeges op: één vanuit de vlucht in Luchon–Superbagnères, en één vanuit het groepje der klassementsmannen op La Plagne. “Ik ging all-out. Over de limiet. Na de finish stortte ik in. Maar als je Pogacar en Vingegaard achter je houdt, weet je dat je iets bijzonders hebt gedaan.”
Toch noemt hij niet die etappes, maar zijn derde plaats in Parijs–Nice als de prestatie waar hij het meest trots op is. “Omdat mijn trainer en ik weten wat er allemaal achter dat resultaat zat. Mensen zien een podiumfoto, maar niet het proces ernaartoe. Parijs–Nice was het bewijs dat de nieuwe aanpak werkte.”

De gemiste kans op gravel
Toch blijft één moment knagen: de gravelrit in de Giro d’Italia. Daar voelde Arensman zich sterker dan de uiteindelijke hoofdrolspelers. “Ik weet vrij zeker dat ik het Wout van Aert en Isaac Del Toro lastig had kunnen maken,” zegt hij. “Een lekke band gooide alles in de war, maar Wout zei een paar dagen later dat hij elke keer op de limiet zat toen ik op kop reed.”
Die woorden klinken nog na bij Arensman. In 2026 wil hij vol voor een klassement in een grote ronde gaan, met extra focus op het tijdrijden. De basis ligt er, het vertrouwen ook. De renner die ooit te veel nadacht, lijkt eindelijk de eenvoud van winnen te hebben gevonden.
WN Redactie