Het veldritseizoen is met de eerste manche van de Superprestige officieel begonnen. Toch ontbreken opnieuw enkele vertrouwde Belgische namen aan de start. Waar Thibau Nys op 1 november zijn eerste cross rijdt en Wout van Aert en Mathieu van der Poel pas in december opduiken, kiezen anderen ervoor het veld dit jaar volledig te laten schieten.
LEES OOK: 'Alpecin stevent af op regelrecht bloedbad'
Merlier en Hermans definitief weg uit het veldZo lijkt Tim Merlier voor het eerst in jaren geen enkele cross te rijden. De sprinter van Soudal Quick-Step liet eerder al weten dat hij niet denkt dat het veld nog op hem zit te wachten. Ook Quinten Hermans heeft het veld definitief achter zich gelaten. De Limburger trekt na dit seizoen de deur dicht bij Alpecin-Deceuninck en verhuist naar Q36.5, de ploeg van Tom Pidcock.
Hermans, die in 2022 nog tweede werd in Luik–Bastenaken–Luik, reed vorig seizoen geen enkele veldrit. Mocht hij terugkeren, dan zou hij achteraan moeten starten. En dat lijkt hem niet te motiveren om het veld opnieuw op te zoeken.
“Hij heeft de cross te weinig onderhouden”
Volgens Bart Wellens is dat een gemiste kans. “In het geval van Quinten begrijp ik niet goed dat hij de cross zo losgelaten heeft,” zegt de tweevoudige wereldkampioen veldrijden in Het Nieuwsblad. “Hij is zeker een goeie wegrenner, maar zijn carrière heeft voorlopig niet gebracht wat we ervan verwacht hadden.”
Wellens verwijst ook naar de omstandigheden van Hermans’ succes in Luik–Bastenaken–Luik. “Dat was natuurlijk een geweldige prestatie, maar wel eentje waarin alles meezat. Hij had toen wat geluk met de koerssituatie. Sindsdien is het moeilijk geweest om dat niveau vast te houden.”
Volgens Wellens heeft Hermans zichzelf bovendien afgesloten van een discipline die hem had kunnen helpen. “Door de cross te laten vallen, heeft hij een deel van zijn explosiviteit en technische scherpte verloren. Dat is jammer, want dat zijn net de kwaliteiten die hem uniek maakten.”