Dat Mathieu van der Poel in 2025 opnieuw een droomjaar kende, staat buiten kijf. De Nederlander won zowel Milaan-Sanremo als Parijs-Roubaix, en was daarmee een van de weinigen die Tadej Pogacar in een rechtstreeks duel kon verslaan. Ook Wout van Aert deed dat in de slotrit van de Tour op Montmartre, maar het is vooral Van der Poel die indruk blijft maken met zijn pure efficiëntie.
LEES OOK: De Cauwer op glad ijs: Van Aert krijgt gewaagde boodschap
“Van der Poel benut zijn motor beter dan wie ook”Volgens Moreno Moser, voormalig profrenner en neef van Francesco Moser, is Van der Poel uniek in zijn soort. “Ik denk dat hij een van de renners is die zijn kwaliteiten en zijn motor het beste optimaliseert,” vertelt hij bij Bici.Pro.
Toch ziet Moser ook de beperkingen van de wereldkampioen. “Zijn motor is fragieler dan die van Pogacar, die elke dag sterk is en perfect weet te herstellen. Van der Poel kan ontploffen als hij het te bont maakt. In etappekoersen kan hij één geweldige dag hebben, maar niet twee keer op rij.”
De Italiaan benadrukt dat Van der Poel in de klassiekers wél het perfecte wapen heeft om Pogacar te verslaan. “Hij kan heel diep gaan, maar heeft niet hetzelfde aerobe vermogen als Pogacar of de pure klimmers. Hij is ongelooflijk krachtig, met veel snel reagerende spiervezels. Maar wanneer zijn suikervoorraad op is, daalt zijn efficiëntie.”
“Wanneer hij in vorm is, kent hij geen angst”
Toch is het net dat explosieve karakter dat Van der Poel zo uitzonderlijk maakt, zegt Moser. “Wanneer hij in vorm is, kent hij geen angst voor Pogacar. Hij gaat er recht op af, zonder te rekenen. Dat maakt hem bijzonder. Wat mij het meest imponeert, is zijn gemak op de fiets. Wie zelf gekoerst heeft, ziet dat meteen.”
De lof van Moser is tekenend voor het respect dat Van der Poel geniet binnen het peloton. In de eendagskoersen lijkt hij zelfs voor Pogacar de maat der dingen geworden — een duel dat we volgend voorjaar ongetwijfeld opnieuw zullen zien.