Met het WK beginnen we dit weekend aan één van de laatste grote afspraken van het seizoen anno 2026. De renners openen de debatten met de tijdritten, volgende week wordt dan de wegrit verreden, op zondag voor de heren elite. Tom Dumoulin hoeft alvast niet lang na te denken over wie daar wereldkampioen zal worden.
LEES OOK: Ex-Giro winnaar verrast vriend en vijand met nieuwe uitdaging
Bijzonder zwaar parcoursDe Nederlander ging namens RIDE magazine het parcours in Kigali al eens verkennen. Daar kwam Dumoulin tot een snelle conclusie: “Het is echt heel zwaar”, klinkt het niet verrassend. “Het is echt pittig. Het is eigenlijk klimmetje na klimmetje na klimmetje. Je hebt bijna geen rustmoment. Want de afdalingen zijn ook best wel breed en rechtdoor. Dus je bent heel snel weer beneden. En dus heel snel weer bij het volgende klimmetje.”
Het grootste monster dat opduikt is de Muur van Kigali, daar heeft Dumoulin een dubbel gevoel bij: “Het is goed dat ze de Muur van Kigali maar één keer doen. Die is echt zwaar, alhoewel ik het wel leuk had gevonden als die klim wat dieper in de finale had gezeten. Het is wel een mooie scherprechter.” Die beklimming ligt echter nog op meer dan 100 kilometer van de streep.
Winnaar al bekend (?)
Al hebben we mannen als Tadej Pogacar of Remco Evenepoel natuurlijk al straffere toeren zien uitsteken. Maar scherprechters genoeg daar in Rwanda. Zoals de Côte de Kimihurura, een beklimming van 1,3 kilometer aan 6,3 gemiddeld stijgingspercentage.
“De wegen zijn supergoed, uiteraard op die kasseien na – maar dat heeft natuurlijk wel wat. Dat is een heel lastige klim, vlak voor de finish. Daar gaat het helemaal uit elkaar vallen. Daarna is het nog even een beetje vlak en dan loopt de laatste kilometer eigenlijk ook alleen maar omhoog. De laatste drie à vier kilometer van het parcours loopt het praktisch gezien bijna alleen maar omhoog.”
Heel zwaar, continu omhoog. Wie o wie zou de topfavoriet van Dumoulin zijn voor volgende week zondag? “De beste renner gaat hier gegarandeerd winnen. Normaal gezien kan ik geen andere naam bedenken dan Tadej Pogačar”, twijfelt hij geen seconde. Daarmee zou de Sloveen zichzelf opvolgen, ook vorig jaar in Zürich werd Pogacar al wereldkampioen.